‘Ik wil een sterk verhaal vertellen’, zegt Stefan Brijs bij het literaire ontbijt, om half tien vanmorgen, ‘ik ben altijd op zoek naar een klein idee waarmee ik een groot verhaal kan doen’. Hij is de eerste auteur die vandaag optreedt, in het Maison des Relations Internationales, hartje Montpellier.
Het onweert vanmorgen, de rencontre vindt daarom niet plaats in de tuin, maar in het mooie, oude pand waarin ook het Nederlandse consulaat zetelt. Een dertigtal inwoners van de Zuidfranse stad luistert ademloos toe. Goede verhalen schrijven – dat is waar de Nederlandstalige auteurs in buitenlandse ogen het patent op lijken te hebben.
Even later getuigen David van Reybrouck en Stefan Hertmans van hun passie voor de Grote Geschiedenis. In het erepaviljoen, op het rechthoekige centrale plein, de Place de la Comédie, vertellen ze over hun gevoel ergens geworteld te zijn (in hun woon- c.q. geboorteplaats in België) en hun vermogen tegelijkertijd afstand te nemen – omdat ze veel reizen. ‘Je bent enerzijds een varken dat met zijn snuit in de aarde wroet om een truffel te zoeken’, zegt David van Reybrouck, ‘en anderzijds ben je ook die adelaar die hoog in de lucht overvliegt’. Beiden komen uit een milieu van “kleine luyden”, beiden hadden de kans te studeren, de wereld te verkennen, maar ‘je vergeet nooit waar je vandaan komt’.
Hoewel het festival al een dag in volle gang is, geeft een hoog gezelschap vervolgens de officiële aftrap. In de brandende zon spreekt de wethouder voor cultuur van een ‘atypische editie van het festival’, dat normaliter het podium geeft aan een literatuur uit een van de landen van rond de Middellandse Zee. Maar dit keer zijn ‘Noord en Zuid verenigd’, in een dubbele blik op de wereld. De welbespraakte burgemeester van Montpellier Métropole, Philippe Saurel, spreekt over de gedeelde passie voor de verworvenheden van de Verlichting. Waren de Amsterdamse uitgevers en de drukkers uit de achttiende eeuw niet degenen die de filosofische en politieke ideeën van toen door heel Europa verspreidden? Hij is er trots op dat een recente enquête onder de bevolking uitwees dat de inwoners van Montpellier hun stad karakteriseerden als een “ville libre”, een stad waar er ‘vrij gedacht en gesproken kan worden’. Daarom is hij verheugd dat het ook voor de Nederlanders en de Vlamingen “the place to be” is, een “win-win” uitwisseling met partners uit het noorden. Hier spreekt een Fransman, zoveel is wel duidelijk, die ook het Engels machtig is.
“Onze” ambassadeur, Pieter de Gooijer, citeert de Franse dichter Baudelaire, die ons land zag als een land van melk en honing, waar het niet alleen goed leven maar ook goed sterven was. Hij oogst lof van alle aanwezigen.
Vervolgens ga ik kijken bij de festivaltent waar alle uitgeverijen, groot en klein, nationaal en lokaal, hun boeken presenteren; die is zeker een kilometer lang. Romans, poëzie, kinderboeken, stripverhalen, graphic novels, science fiction, boeken voor adolescenten – het hele literaire scala passeert de revue. Overal wordt gesigneerd, overal is het dringen, iedereen koopt boeken. Toine Heijmans vertelt enthousiast over de workshop die hij deed met jonge mensen die schrijver willen worden, hij heeft een hele middag met hen doorgebracht, ’s avonds werd hij ook nog te eten uitgenodigd. Walter Lucius signeert iedere minuut een van zijn thrillers. Lieve Joris geniet van het contact met haar vele Franse lezers.
De grootste boekhandel van Montpellier, Sauramps, een heerlijk doolhof van boeken ondergebracht in een enorm architectonisch schip met 5 etages, is ook in de festivaltent in vol ornaat aanwezig. Het zijn toptijden. Yann, verantwoordelijk voor de buitenlandse literatuur, straalt. Het waren moeilijke tijden voor Sauramps, er was crisis, net als overal, maar nu is er een nieuwe eigenaar en breken er betere tijden aan. De Nederlandse literatuur was onbekend; Mulisch werd verkocht, Nooteboom, Haasse, zegt hij, dat was het wel. Maar sinds dit weekend is dat wel anders. In de boekhandel vind ik een tafel met titels van de aanwezige auteurs. Doorgaans hebben Franse librairies een hoekje met ‘littérature du nord’, waar ook de Nederlandse literatuur wordt ondergebracht. Ja, hij denkt over een plank speciaal voor Nederlandstalige literatuur. Maar ja, hij heeft het druk. Het kan dus nog even duren.