Berichten

AI in romans: hoe mensen straks machines worden

De verteller van Ian McEwan’s roman Machines zoals ik (2019) is een jonge computerprogrammeur, die met zijn erfenis Adam aanschaft, een van de eerste kunstmatig gemaakte ‘mensen’. De beroemde computerpionier Sir Alan Turing heeft er in het alternatieve universum van de roman, die zich afspeelt in de jaren tachtig, ook een. Adam, die het postuur heeft van een gespierde man, kan zonder probleem veters strikken en een fles wijn ontkurken. Een deel van zijn karakter en kennis is al voorgeprogrammeerd, een ander deel wordt na aanschaf ingevoerd door de verteller en zijn vriendin. Alles wat Adam ziet en hoort slaat hij op. In no time verovert hij een cruciale plek in hun leven. Hij leest zijn eigenaren de les en slaapt al snel met de vertellers vriendin. Kunnen zijn bazen hem eerst nog uitschakelen, zodat hij in elkaar zakt, al snel is hij in staat zelf zijn ‘uit-knop’ onklaar te maken, de knop waarmee de verteller hem in elkaar kan laten zakken. Uiteindelijk leidt het tot moord- en doodslag.

Het zijn maar een paar elementen uit McEwans boek, waarin hij zich voorstelt wat de consequenties zijn van de komst van AI in ons dagelijks leven. De mens wil ontkomen aan zijn sterfelijkheid en tegelijkertijd ‘een volmaakt ik’ construeren, een verbeterde versie van zichzelf. Maar kan dat, lukt dat? Wat betekent het voor de positie van de mens ten opzichte van de machine, en wat als de laatste, gevoed door een eindeloos vermogen om ervaringen en kennis op te slaan, een eigen bewustzijn ontwikkelt, en sterker blijkt? Zal er op den duur nog een onderscheid zijn tussen de een en het ander? Voor de mensheid gaat het om ‘de triomf van het menszijn of zijn engel des doods’.

Schrijvers beschikken over een fijn afgestelde antenne voor wat er zich, ver weg, aan de horizon aandient. Schrijvers buigen zich dan ook over technologische ontwikkelingen als AI, en de gevolgen die AI zou kunnen hebben voor de mens van de toekomst: ze stellen de what if-vraag en denken zo scenario’s uit voor de toekomst.

Zo ook Nobelprijswinnaar Kazuo Ishiguro. In Klara en de zon (2021) geeft hij het woord aan AI die is ontworpen om als maatje te dienen voor kinderen. Kunstmatige Vriendin (KV) Klara is al uitzonderlijk als ze nog, ter verkoop, in de etalage staat. Ze ziet dat sommige kinderen bedroefd zijn, of eenzaam en realiseert zich dat de mens raadselachtige emoties heeft: hoe kan het dat een mens én gelukkig én van streek kan zijn? De productieserie waartoe Klara behoort is technisch voorgeprogrammeerd, ze kan goed bewegen en ze kan vragen stellen, maar verder?

Verder lezen:

https://www.nrc.nl/nieuws/2023/09/07/ai-in-romans-hoe-mensen-straks-machines-worden-a4173791

Wie zijn de gele hesjes? Het staat al in de romans van de afgelopen maanden.

Wie zijn de gele hesjes? En wat willen ze? Het is een vraag die de afgelopen weken voortdurend is gesteld. Kijk naar de puber Anthony, die opgroeit in een arbeidersgezin in Heillange, in het noordoosten van Frankrijk, waar de sluiting van de staalindustrie voor werkeloosheid zorgt. Hij is de zoon van een ontslagen staalarbeider en ex-vrachtwagenschauffeur, die nu de eindjes aan elkaar probeert te knopen als tuinman. Hij heeft nog een motor in de garage staan waar hij niet meer op wil rijden: het doet hem teveel denken aan de tijd dat hij nog de illusie had jong en vrij te zijn. Als hij drinkt wordt hij gewelddadig. Anthony’s moeder heeft al een paar keer haar koffers gepakt. Maar ze komt toch weer terug. Als ze weer thuis is laat ze een nieuw permanentje zetten en gaat het leven door als ervoor. Soms gaat Anthony naar een feestje in een andere wijk. Daar ziet hij hoe zijn rijkere leeftijdsgenoten wonen, de zonen van hoge ambtenaren, apothekers, ingenieurs en grootindustriëlen. Ze hebben drugs, een retourtje Maastricht is voor hen geen probleem.
Of neem de twintigjarige Candice, geboren in een arme buitenwijk. Ze is fietskoerier voor een bedrijfje waarvan de eigenaar een business school heeft gedaan. Als hij haar tot seks dwingt, vlucht ze. Weg baan. Ze speelt de hoofdrol in Shakespeare’s Richard III, uit haar mond komt de eerste zin van het stuk: ‘Now is the winter of our discontent’. Candice ontmoet Jones, een jazzmusicus, die ondanks allerlei bijbaantjes, nauwelijks genoeg verdient om zich in leven te houden.
Maak tenslotte kennis met de vader van Edouard. Hij werkte in een industriestadje in Picardië, ging de kroeg in als hij aan het eind van de week zijn loon kreeg en sloeg zijn vrouw als hij thuis kwam. Ze ging van hem weg. Toen kreeg hij een ongeluk en werd hij arbeidsongeschikt. De medicijnen worden steeds duurder, de banen die hij krijgt aangeboden liggen ver van zijn woonplaats.
Anthony, Candice, Jones en de vader van Edouard zijn hoofdpersonen in recent verschenen Franse boeken. Anthony is het belangrijkste personage uit Leurs enfants après eux van Mathieu Nicolas, de roman die ruim een maand geleden werd bekroond met Frankrijks belangrijkste literaire prijs. Candice en Jones komen uit de pen van Thomas B. Reverdy. Zijn roman met de voorspellende titel L’hiver du mécontentement (De winter van onze ontevredenheid) kreeg onlangs de prix Interallié 2018. De vader van Edouard tenslotte is de vader uit de titel Ze hebben mijn vader vermoord, van Edouard Louis, een biografisch politiek pamflet dat ook onlangs in het Nederlands verscheen.
Lees de boeken die er de afgelopen maanden in Frankrijk verschenen en je ziet wie de gele hesjes zijn. Het zijn Fransen die niet behoren tot de hoogste klassen, die niet in Parijs wonen, die de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen, die zien dat stijging op de sociale ladder een illusie is geworden. Het zijn ouders die beseffen dat hun kinderen het niet beter zullen hebben dan zijzelf. Het zijn Fransen die zien dat de ongelijkheid vergroot wordt, dat de kloof tussen arm en rijk groter wordt: de belasting voor de ‘solidariteit op het kapitaal’ is afgeschaft terwijl de brandstofprijzen extra worden belast.
‘De geschiedenis die op school werd onderwezen was niet jouw geschiedenis’, schrijft Edouard Louis in zijn boek, ‘ze leerden ons de geschiedenis van de wereld en jij werd buiten de wereld gehouden.’ Schrijvers zijn antennes van onze samenleving.
Wie zijn de gele hesjes? Je hoeft er de recente romans uit de Franse rentrée maar op na te lezen.

 

Hoe te leven na het afscheid? Lees Foenkinos, Montaigne, Modiano en Hamid

Afscheid nemen Afscheid en verlies zijn wezenlijke thema’s in veel romans en verhalen. Daarmee brengen schrijvers het mysterie van leven en dood in kaart.

Aan die uitspraak moest ik denken toen ik onlangs Sarah Bakewells biografie van Montaigne las. In haar boek over de Franse magistraat en filosoof vertelt zij dat Montaigne als jongeman voortdurend werd gekweld door gedachten aan de dood. Hij stelde zich steeds voor wat hem voor vreselijke dingen zouden kunnen overkomen. In 1563 verloor hij zijn beste vriend, Etienne de la Boétie, aan de pest, later zouden ook zijn vader en zijn jongere broer sterven. Van zijn zes kinderen haalde er maar één de volwassen leeftijd.

In 1569 kreeg Montaigne een ongeluk bij het paardrijden: hij viel, raakte bewusteloos en had een bijna-dood ervaring. Toen hij bijkwam, was het geen traumatische gebeurtenis voor hem geweest, het was een oefening in doodgaan, meer niet. Sindsdien maakte hij zich geen zorgen meer. Zijn motto werd ‘ne pas se soucier de la mort’, ‘je moet je geen zorgen maken over de dood’. Het bleef zijn fundamentele antwoord op de vraag hoe te leven.

https://www.nrc.nl/nieuws/2018/01/05/hoe-te-leven-na-het-afscheid-a1587168

Evenementen

Niets Gevonden

Uw zoekopdracht leverde helaas geen artikelen op