Berichten

Les correspondances de Manosque 2018

Voor de twintigste keer staat het provençaalse dorpje Manosque bol van de literatuur. Duizenden mensen stromen toe om onder de platanen, op de middeleeuwse pleintjes en in het theater Jean Le Bleu de schrijvers van de rentrée te beluisteren. Jean Christophe Bailly, een welbespraakte brombeer van rond de 70, wordt geïnterviewd over Saisir, zijn nieuwe essay over Wales. Bailly heeft een eigen signatuur, hij gaat uit van landschappen, observeert ze nauwkeurig, bezoekt kleine lokale musea, destilleert er de verhalen en  refereert al schrijvend aan romans, poëzie. Hij rolt van het ene verhaal in het andere, de interviewer kijkt het geamuseerd aan. Een pleintje verderop discussieert de Mexicaanse Aura Xilonen met de levendige, in Manosque erg populaire schrijver Miguel Bonnefoy (Sucre noire). Ze trekken honderden bezoekers.

De avondvoorstellingen zijn al dagen van te voren uitverkocht. Wie niet ruim op tijd is, is geheid zijn kaartje kwijt. 800 mensen luisteren naar Mathieu Almaric en musicus Dominique Mahut, die de Brieven van een twintigjarige soldaat van Jacques Higelin ten gehore brengen. Zanger en acteur Higelin, die in april van dit jaar stierf, is razend populair, tijdens de voordracht kun je een speld horen vallen, het applaus is ovationeel. De twintigjarige Franse soldaat uit de titel is in 1960 uitgezonden naar Algerije, waar de onafhankelijkheid wordt bevochten. Hij schrijft smachtende brieven naar zijn geliefde. Haar lippen, haar lichaam, zijn dromen, hun toekomst, gemis, wanhoop. Na twee jaar blijven zijn brieven uit, desondanks houdt zijn liefde stand.

De avond ervoor beluisterde ik in de Stadsschouwburg Halina Reijn in La voix humaine van Jean Cocteau, in de regie van Ivo van Hove. Een wanhopige vrouw die uit alle macht probeert haar geliefde terug te winnen, in een laatste telefoongesprek. Ze doet haar uiterste best haar verdriet niet te tonen, verhult en verbergt. Ook zij is verlaten, ook zij kan niet verder. Zij springt; Higelins soldaat schrijft verder. Moedig voorwaarts. Cocteau stelt de vraag naar de existentiële leegte, waartoe ben ik op aarde, wat doet het ertoe, wat is de zin van alles. Reijn, als de grote actrice die ze is, brengt het over, ze wordt de wanhoop, ze incarneert de angst. Amalric draagt de tekst voor, en blijft wie hij is. Ondanks de schoenen die uit gaan. Ondanks zijn pianosolo.

Ik denk terug aan de monoloog die ik een tijd geleden zag van Ramsey Nasr, De andere stem. Hij liet de man aan de andere kant van de lijn aan het woord, de man met wie Cocteau/Halina zo wanhopig spreekt. In zijn versie waren er ook momenten van ontspanning, van humor. Literatuur en toneel – de absurditeit van het leven zelf.

 

Manosque, festival Les Correspondances

,,Mijn vader nam me mee naar de film”, zingtzegt Marie Modiano in een klein sfeervol zaaltje in Manosque, ,,het was een film over Popeye the Sailorman, voor vier jaar en ouder. Zo oud was ik nog niet. Mijn vader wist de dame achter de kassa te overtuigen. Ik kreeg een zak kleverige snoepjes. ” Sindsdien was naar de film gaan haar favoriete bezigheid: naast haar vader zitten, in het donker, met heerlijkheden onder handbereik – wat wil een meisje nog meer? Marie Modiano, dochter van de Nobelprijswinnaar, schrijft, dicht en zingt voor een publiek dat aan haar lippen hangt.

Het is maar een van de vele optredens en voorstellingen die dezer dagen plaatsvinden in het Zuid-Franse stadje Manosque, geboorteplaats van de Franse schrijver Jean Giono en thuisstad van het literaire festival Les Correspondances, opgericht en geprogrammeerd door Olivier Chaudenson en Evelyn Prawidlo. De topauteurs van deze rentrée treden er op, Kamel Daoud spreekt over zijn nieuwe roman Zabor ou les psaumes; Clément Bénech en François-Henri Désérable treffen elkaar in een geestig amicaal gesprek over hun nieuwe boeken; de gezusters Berest spreken over hun coup de foudre voor hun overgrootmoeder Gabriële Buffet, de minnares van de kunstenaar Françis Picabia. Alles in de openlucht, hetzij op de pittoreske Place de l’Hôtel de Ville, hetzij op de Place Marcel Pagnol. Er zijn steevast veel te weinig stoelen.

Het avondprogramma speelt zich af in het Théâtre Jean-le-Bleu. Zevenhonderd man luisteren naar actrice Cathérine Frot (recent nog te zien in de film Sage Femme) die de Amerikaanse brieven van Nathalie Sarraute aan haar ‘petit chien loup’ ten gehore brengt. Een dag later leest Pierre Baux magistraal de brieven van Henri Michaux, waarin hij op honderd manieren aangeeft dat hij écht écht geen zin heeft in alles waar de buitenwereld hem op wil trakteren.

Het lijkt weer of ‘tout Paris’ naar dit charmante Provençaalse stadje is toegetrokken. Om de zomer nog even te verlengen. Om alle collega’s te zien van uitgeverijen, literaire festivals, allerhande media. Om de voorzet van Les Correspondances te beluisteren, een goede neus als ze altijd hebben als het gaat om het ontdekken van dé nieuwe talenten van het seizoen. Ik heb er afgesproken met festivaldirecteuren die wel oren blijken hebben naar participatie van Nederlandse en Vlaamse auteurs op hun festival.

En inderdaad, ook dit jaar is het heerlijk nazomerweer. Als we worden opgehaald om weer naar het vliegveld te rijden, drukt de chauffeur die ons op de heenweg ophaalde ons nog even zijn CD in de hand. Hij is rockmusicus zoals velen die dit weekend voor het festival werken. Kijk even naar de titel van het vierde nummer, zegt hij.

Tussen alle Franse titels is er een in het Nederlands: ‘Lekker in de zon’.

 

 

 

Manosque, Festival Les Correspondances

Stel u voor: een prachtig klein typisch provençaals dorp vlakbij Aix-en-Provence, in Zuid-Frankrijk. Terrassen onder platanen, een zaterdagmarkt, mooie pleintjes in aardetinten, fonteinen, een keur aan restaurantjes en vooral heerlijk najaarsweer. En stel u dan voor dat daar gedurende vier dagen tientallen schrijvers acte de présence geven, interviews, debatten, voor het grootste deel in de open lucht, op de pleinen, tegen de muur van een eeuwenoud kerkje, ’s avonds in een theater. Dan heeft u een beeld van Manosque en het festival Les Correspondances dat hier voor de 18e keer wordt gehouden.

Olivier Chaudenson, die samen met Evelyn Prawidlo, de directie voert, en ook directeur is van het Maison de la Poésie in Parijs, is tevens oprichter van het festival. Het trekt jaarlijks zo’n 16.000 bezoekers, vertelt hij, uit de verre omtrekt van Manosque. De stad financiert, de regio, het ministerie van cultuur via het Centre National du Livre en dan zijn er nog bedrijven die sponsoren – vandaar dat alle optredens die in de openlucht plaatsvinden gratis kunnen zijn. Met zijn team kiest Chaudenson de auteurs die worden uitgenodigd, vier mensen lezen van mei tot juli de proeven van een groot deel van de ruim 500 romans die in de rentrée zullen verschijnen. De auteurs die hun voorkeur hebben krijgen een uitnodiging, voor het grootste deel zijn het Fransen. Dit jaar is er een Slowaakse en een Portugese auteur, beiden spreken Frans. Chaudenson loopt voortdurend van het ene podium naar het andere. Hier wordt Serge Joncour geïnterviewd door Julien Bisson, de hoofdredacteur van Lire, tweehonderd meter verderop spreken Vincent Message et Jean-Baptiste Del Amo over hun nieuwe romans, die beide draaien om geweld, ecologie en dierenleed. Catherine Poulain vertelt over de tien jaar die ze doorbracht op vissersboten in Alaska, Gaël Faye, dé ontdekking van deze rentrée, brengt een lecture musicale van zijn roman ‘Petit pays’. Luc Lang spreekt over zijn vuistdikke nieuwe roman Au commencement du septième jour, en Alain Mabanckou trekt zulk talrijk en enthousiast publiek dat zelfs een plotseling opkomende, donderende onweersbui hen niet verjaagt.

’s Avonds zijn er voorstellingen in het grote theater Jean-le-Bleu, Arthur H brengt er zijn pornografische poëzie of – zo men wil – zijn poëtische porno ten gehore, André Wilms leest de brieven van Dashiel Hammett, Les Cannibales van Régis Jauffret leidt tot wisselende reacties – van afschuwelijk tot geweldig, wat een absurdisme, een duo dat een keur aan verschillende briefwisseling ten gehore brengt heeft duidelijk niet geoefend en wordt door zeshonderd man publiek uitgefloten. In een literaire ‘battle’ verdedigen lezers hun favoriete boek – 3 minuten hebben ze daar maximaal voor, aangemoedigd door het talrijke publiek. Door het hele dorp staan tientallen ‘écritoires’, schrijftafels, waar iedereen een brief kan schrijven of een kaart van het festival kan schrijven, die vervolgens door ‘la poste’, medesponsor van het evenement, bezorgd zal worden. De sfeer is vriendelijk en relaxed, heel literair Parijs is er ook, maar nu heel ontspannen. Manosque boft met zo’n festival.