Croire au merveilleux, de nieuwe roman van Christophe Ono-dit-Biot

Croire au merveilleux heet de nieuwe roman van schrijver-journalist Christophe Ono-dit-Biot, vrij vertaald iets als geloven in het wonderbaarlijke. Zijn vorige roman, Plonger, was enerzijds een liefdesverhaal – van een man voor een vrouw, maar vooral van een man voor zijn zoon – en anderzijds een spannende en bij wijlen hilarische tocht door de hedendaagse moderne kunst. Croire au merveilleux neemt de draad op uit zijn vorige boek: Paz, de jonge echtgenote van de verteller en moeder van een zevenjarige zoon, met de noorderzon verdwenen, werd op een verre kust gevonden: verdronken. Sindsdien vraagt de verteller zich één ding wanhopig af: wilde ze hem en hun zoon in de steek laten of was het een ongeluk?

Net als in zijn vorige roman neemt Ono-dit-Biot zijn lezers mee op een tweevoudige speurtocht: er is de wanhoop van de verteller, de weemoed naar betere tijden en ook zijn doodswens. Niets heeft meer zin nu zijn grote liefde er niet meer is. Hij kan het niet loslaten, blijft erover peinzen, stalt zijn zoon bij zijn ouders en zoekt de plekken op waar ze gelukkig waren, eet in hun favoriete restaurantjes en zwemt in de Italiaanse grotten waar ze de liefde bedreven. Maar de scherven van de verloren liefde kunnen niet aan elkaar worden geplakt, zoals het beeldje dat ze samen ooit kochten in een Italiaans gehucht. Het maakt dat de roman doortrokken is van een terugverlangen naar vroegere, betere tijd. Zijn beschrijvinen van de Méditerranée zijn prachtig romantisch, zijn taalgebruik is bloemrijk, zijn beelden vaan nostalgisch gekleurd.

‘Merveilleux’ is ook zijn ontmoeting met de jonge vrouw Nana, die in Parijs zijn nieuwe buurvrouw blijkt te zijn. De verteller is classicus, Nana is doordrenkt van Griekse mythologie en de literatuur van de oude Grieken. Als er ergens redding mogelijk is, is het wel dankzij de oude verhalen, de universele waarden, de menselijke zoektocht ooit verwoord door Homerus, Theucidides en Plato. De klassieke literatuur geldt ook voor ons, een-en-twintigste eeuwers, er is veel veranderd, maar tegelijkertijd is er ook niets veranderd. Wie de klassieken leest, weet hoe hij de wereld tegemoet moet treden, weet hoe te lijden, weet dat het altijd zo is geweest.

Zoals Amélie Nothomb vaak een lans breekt voor de sprookjes van Grimm en Perrault, voor het Grieks en Latijn, zo breekt Ono-dit-Biot een lans voor de oude Grieken. Dat het verhaal hier en daar ontspoort en het wonderbaarlijke af en toe té wonderbaarlijke vormen aanneemt, vergeven we een auteur die zijn liefde voor de klassieken zo aanstekelijk met ons deelt: Croire au merveilleux is een heerlijke roman, bij uitstek geschikt voor warme zomeravonden.