Wat vinden de Chinese schrijvers zelf eigenlijk?

Wat vinden de twee Chinese schrijvers die in het kader van de culturele uitwisseling in Amsterdam zijn, nu eigenlijk van alle ophef over de boekenbeurs in Peking? Moeten de Nederlandse auteurs die daar zijn nu wel of niet luid en duidelijk protesteren tegen de schending van de mensenrechten en het gebrek aan vrijheid van meningsuiting? Wel of niet dat speldje van Amnesty dragen?



De bekende Chinese auteur Su Tong (1963) en zijn collega Mian Mian (1970) zijn het eens: het is heel verstandig dat ze zich niet meteen felle uitspraken doen over een land waarin ze net zijn aangekomen, waar ze niets van weten. ,,Het wordt wel heel politiek allemaal”, verzucht Mian Mian. Su Tong wordt er moe van dat hij, zodra hij in het buitenland is, steeds die politieke vragen krijgt, in principe wil hij er op een podium niet over spreken, ,,je weet nooit wie er in de zaal zit”.
En wat vinden ze ervan dat hun collega’s, die in gesprek wilden gaan met de Nederlandse schrijvers, huisarrest hebben gekregen? Ze weten er niets van. Veelal kennen ze de auteurs ook niet die dit overkomt. Pas in het buitenland horen ze van hun bestaan, van hun huisarrest. Ze reageren niet overdreven verontwaardigd op dit nieuws, het verbaast hen duidelijk niet.
Veel liever spreken ze over hun werk, over de Chinese literatuur, over hun leven als schrijver. Van Su Tong verschenen  in het Nederlands De rode lantaarn, Mijn leven als keizer, Rijst (De Geus) en Binu en de Chinese muur  (De Bezige Bij), heel verschillende romans. Mian Mian schreef Panda sex, dat met name in Frankrijk een bestseller werd en Candy, dat ook in het Nederlands verscheen (Arena). ,,In China weet niemand hoe ik eruit zie”, zegt Mian Mian, ,,ik treed nooit ergens op. Mijn werk is 10 jaar lang verboden geweest. Iedereen denkt dat ik in Parijs woon”. In het China-nummer van tijdschrift Armada, samengesteld door Chinakenner Mark Leenhouts, is meer informatie over de schrijvers te vinden.
Weet je, zegt Su Tong, de situatie in de Chinese literatuur van nu is heel ingewikkeld. In de jaren 80 is de basis gelegd voor de huidige literatuur, daarvoor, tijdens de Culturele Revolutie, was er niets. In de jaren 80 is er absurd veel geschreven. Er zijn toen enorm veel literaire tijdschriften opgericht, veel daarvan zijn er nog. Je moet het niet onderschatten: de schaal waarop er in China wordt geschreven is enorm.
Veel van de grote schrijvers die in de jaren 80 begonnen, zijn nu met schrijven gestopt, vertelt Su Tong, ze doen nu wetenschappelijk onderzoek, publiceren artikelen in kranten of tijdschriften of ze schrijven scenario’s voor televisieseries. Daarmee kun je je brood verdienen. Je kunt er zelfs miljonair mee worden. De kwaliteit van onze tvseries is dan ook hoog: ze worden allemaal geschreven door professionele auteurs.

Sinds haar werd verboden werd, publiceert Mian Mian haar werk niet meer bij een uitgeverij, maar op het internet. Waarom het werd verboden? ,,Veel te veel details over homoseksualiteit, over een decadente levensstijl”, lacht ze, ,,maar nu doe ik dat allemaal niet meer, hoor”.
Via haar blog communiceert ze met haar lezers. 28.000 volgers heeft ze, relatief gezien niet zoveel, zegt ze. Er is bijvoorbeeld een populaire actrice wier blog 5 miljoen volgers heeft. ,,Maar populair is per definitie boring”, zegt ze. Zelf schrijft ze voor haar eigen lezers, jonge mensen die in de grote stad wonen, kunstenaars, mensen op kantoor, lezers van American psycho.
,,Het enige interessante dat er in China gebeurt is weibo”, zegt Mian Mian, “dat is de Chinese variant van twitter, letterlijk mini-blog. Er zijn in China maar liefst 200 miljoen weibo-gebruikers. Kun je nagaan wat een probleem dat is voor de censuur, lacht ze, ’s nachts moeten er honderden censors aan het werk zijn, soms zie je een berichtje voor je ogen verdwijnen. Gecensureerd.”