De vrouw die vluchtte van Anaïs Barbeau-Lavalette
Kunstenaar Suzanne Meloche (1926-2009) liet haar kinderen adopteren om zich volledig op haar werk te kunnen richten. Vrijheid voor alles.
De tweeëntwintigjarige Suzanne Meloche gaat in de jaren veertig om met jonge kunstenaars van de avant-gardistische automatistenbeweging in Quebec. Ze is zwanger. Op een avond krijgt ze zin om zelf te gaan schilderen. Ze schildert een figuratieve vogel, een rode vogel ‘met reusachtige vleugels en een sierlijke snavel’, die zich uitstrekt over het hele doek. Als haar man thuiskomt ‘glimlacht hij’, en ‘levert hij kritiek op zoveel conventie.’
Een paar dagen later gaat Suzanne, met haar mans schilderijen onder de arm, naar het Museum van Schone Kunsten en weet de directeur daar te overtuigen dat hij ze tentoon moet stellen. Bij terugkeer is haar man aan het schilderen. Onder zijn verf ziet ze haar rode vogel verdwijnen. ‘Meer blijft er van zijn tijdelijke vlucht niet over’.
Overgeschilderd, weggewerkt, de mond gesnoerd. Het is een cruciaal beeld in het levensverhaal van Suzanne Meloche (1926-2009), tekenend voor haar tijd en voor veel vrouwen van haar generatie. Maar Suzanne laat zich niet ringeloren. Ze vertrekt, gaat haar eigen gang, brengt haar kinderen bij een opvang en laat ze adopteren. Vrijheid voor alles.
Anaïs Barbeau-Lavalette: De vrouw die vluchtte. Vert. Katelijne de Vuyst. Querido, 328 blz. € 20,-
Lees verder op:
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/10/12/een-artistieke-grootmoeder-om-te-haten-a2417667