Politique-fiction: de Franse presidentsverkiezingen in fictie

1 december 2021, Marine Le Pen, president van Frankrijk krijgt de eerste peilingen onder ogen voor de presidentsverkiezingen van enkele maanden later. Ze geven aan dat dat Mohamed Labbes, lijsttrekker van de Broederschapspartij met een ruime meerderheid zal winnen. Inmiddels is in Frankrijk de doodstraf heringevoerd, kan de Franse nationaliteit ontnomen worden aan iedereen met een buitenlandse voorouder en begint op school de dag met de Marseillaise. Gemengde huwelijken worden ontmoedigd, in steden is overal permanent videobewaking. Boris Johnson is de opvolger van Theresa May, die de Brexit liet mislukken, Frauke Petry heeft Angela Merkel met pensioen gestuurd. Dan vergiftigen terroristen het drinkwater – een excuus voor Le Pen om haar greep op de samenleving nog te versterken. De avondklok wordt ingesteld, moslims worden voortaan via hun mobieltje gevolgd. Als Marion Le Pen haar tante opvolgt, neemt ze maatregelen om iedere vorm van kritiek definitief de mond te snoeren: de ‘nieuwe burger’ moet anders worden opgevoed.
Dit is kortweg het scenario van Totalitaire, een goed verkopend stripboek van François Durpaire en Farid Boudjellal. Maar ook in romans is het genre van de ‘politique-fiction’ al jaren populair en de afgelopen maanden verschenen er uitzonderlijk veel. Op allerlei manieren wordt de politiek in Frankrijk verbeeld, in what if romans, thrillers, satires, strips – geen literair genre liet zich onbetuigd. Vaak spat het politiek engagement ervan af. Maar in Totalitaire gaat het ook om andere zaken, zoals onze privacy: nu worden gegevens over onze identiteit voor commerciële doeleinden gebruikt, maar wat als de staat zich ervan gaat bedienen? Als, zogenaamd uit veiligheidsoverwegingen, onze vrijheid steeds verder wordt ingeperkt?  ‘Het is nog tijd om het ergste te voorkomen’, waarschuwt de titelpagina.
In de meeste politieke fictie van de laatste tijd is, vermomd of niet, een hoofdrol weggelegd voor Marine Le Pen en het extreem-rechtse Front National. Jérôme Leroy, auteur van de politieke polar Le bloc, schreef  als vervolg op zijn boek het scenario van de film Chez nous. De film, die al veel polemiek veroorzaakte, toont hoe het FN in het Noorden van Frankrijk medestanders werft. Van schrijver en journalist Gérard Mordillat verscheen Moi, présidente, een satirische klucht waarin hij de handel en wandel van een ‘présidente’ verbeeldt. Hij laat televisiestation Près de Chez Vous (Dicht Bij U Thuis) haar volgen, 24 uur per dag.  Haar ‘Ministère du Racisme Efficace’ krijgt de opdracht efficiënt te werk te gaan bij het uitzetten van ongewenste personen. Heel Frankrijk moet ‘gezuiverd worden’. Zet het leger erop, verordonneert ze, ‘de Fransen houden toch zo van duidelijkheid? Nou – dan zullen we duidelijk zijn’. Zo foetert de ‘présidente’ nog wel even door.
In de veel besproken politieke toekomstfabel Onderworpen van Michel Houellebecq is Frankrijk een islamitische staat, onder de democratisch gekozen, charismatische president Mohammed Ben Abbes. Hoewel tegenwoordig de werkelijkheid de fictie naar de kroon steekt, is de optie van een Franse president van Arabische afkomst vooralsnog uit de lucht gegrepen. Sabri Louatah laat het gebeuren in zijn vierdelige romanreeks, waarvan nu de eerste twee delen samen in een 704 pagina’s tellende band zijn uitgegeven. Hier gaat het om de Frans-Algerijnse socialistische presidentskandidaat Idder Chaouch. In alle opzichten is hij Franser dan Frans. Met zijn slogan ‘L’avenir c’est maintenant’ wint hij vele harten – zeker dat van van oorsprong Noord-Afrikaanse families in de provincie en van kansloze jongeren in de banlieue. Louatah begint zijn epos in Saint-Etienne, aan de vooravond van de presidentsverkiezingen. Er wordt een huwelijk gevierd tussen een jongen van Kabylische afkomst en een Arabisch meisje. Maar aan het huwelijk zit een luchtje, de families kunnen elkaars bloed wel drinken en er vallen klappen. Lang blijft de link met de verkiezingen in het duister gehuld – tot de aanslag aan het eind van het eerste deel. Wat volgt zijn rellen, arrestaties en een speurtocht naar de dader.
Louatah wilde een epos schrijven over degenen die na de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog, in het begin van de jaren ’60, naar Frankrijk zijn gekomen, maar die eigenlijk nooit écht hun plek hebben gevonden. Het werd tegelijkertijd een boek dat laat zien hoe groot de verwarring is bij de Franse bevolking als het gaat om identiteits- en migrantenkwesties. Louatahs boek leest als een televisieserie – die is nu dan ook in voorbereiding. Bij hem geen beschouwing maar plot, geen beschrijving maar actie. Vakkundig bouwt hij af en toe een cliffhanger in. Hij schrijft veel dialogen, tijd en décor zijn duidelijk. Toch heb je als lezer moeite je weg te vinden in het enorme aantal personages, waarvan maar weinigen zich tot een echt karakter ontwikkelen.
Les Républicains daarentegen, de boeiende en goed geschreven roman van Cécile Guilbert, telt maar twee personages van wie je een heel goed beeld krijgt: een schrijfster en een bankier die samen op de befaamde Science Po hebben gezeten, ontmoeten elkaar bij een televisieopname. Ze hebben elkaar dertig jaar niet gezien. Dolend door de chique arrondissementen van nachtelijk Parijs, raken ze met elkaar aan de praat over hun leven, werk, hun herinneringen en verloren illusies. Zo brengt Guibert met meesterhand een heel milieu tot leven: dat van de bevoorrechten, van de conservatieve Parijse elite, van degenen die zich van armoede geen voorstelling kunnen maken.
Welke politique–fiction van de laatste tijd je ook ter hand neemt, Franse politici komen er slecht vanaf. Ze worden neergezet als onbetrouwbaar, gewetenloos en uit op hun eigen voordeel. Alleen de nog niet gekozenen krijgen het voordeel van de twijfel. Vaak worden bekende politici met naam en toenaam genoemd, soms worden hun namen verhaspeld, maar dan nog zijn ze voor de goede verstaander herkenbaar. In de hedendaagse fictie schuift de ideologie van rechts op naar extreem-rechts, raakt links versnipperd, verdwijnt. En passant worden er vraagtekens gesteld bij de vorm van de huidige Franse democratie. Deze fictie belicht de werkelijkheid, ook al lijkt die werkelijkheid zelf soms bijna fictie geworden. Wat we nodig hebben is een ‘poëtica van de waakzaamheid’, schrijven de auteurs van Totalitaire, zodat de ‘besluiten van onze regering geen middel worden om ons onze basisvrijheden af te nemen’, ‘cultuur is een klokkenluider’.

 

François Durpaire et Farid Boudjellal, Totalitaire. La Présidente tôme 2, Les Arènes BD, Demopolis, € 20

Cécile Guilbert, Les Républicains, Grasset, 252 blz, € 19

Sabri Louatah, De wilden, Luitingh-Sijthoff, 704 blz, € 24,99

Gérard Mordillat, Moi, présidente, Autrement, 119 blz, € 10