Koloniaal profijt van onvrije arbeid
Dertig jaar werkte Jan Breman, emeritus professor comparatieve sociologie aan de studie die gisteren bij Academisch-cultureel Centrum SPUI25 verscheen: Koloniaal profijt van onvrije arbeid, met de ondertitel ‘Het Preanger stelsel van gedwongen koffieteelt op Java’ (AUP).
Het is een indrukwekkend historisch onderzoek naar de werking van kolonialisme op het maatschappelijk bestel in Zuid-Oost Azië en met name naar de koffie teelt op Java. Het boek wil laten zien hoe de mobilisatie van arbeid en grond plaatsvond en wat de motieven waren om dat te doen via onvrije arbeid. Ook wil de auteur laten zien wat de uitwerking daarvan is geweest op de bevolking en op de economie van die samenleving. Desastreus – in één woord. Het boek is geschreven vanuit het gezichtspunt van de gekoloniseerden, de boeren, vanuit het belang van de bevolking dus, niet vanuit het belang van het Nederlands ‘gouvernement’.
Breman toonde zich geëngageerd, meer dan begaan met het lot van de Javanen die zolang een goed bestaan is ontnomen. ‘Boos’ in de woorden van Adriaan van Dis, die het boek had gelezen met het oog op een documentaire over Indonesië waaraan hij binnenkort begint. ‘Boos vooral op Cees Fasseur’, met wie Breman in zijn boek de strijd aanbindt. Een ‘koloniaal historicus’ noemt hij hem ‘die koloniale ongerechtigheden ontkent als ze niet zwart op wit kunnen worden aangetoond’. Met een schat aan feiten en citaten uit bronnenmateriaal ontkracht Breman vele mythes, zoals bijvoorbeeld de gedachte dat het cultuurstelsel slechts verder bouwde op de voortzetting van een eeuwenoude praktijk. Vandaar het aan Multatuli ontleende motto waarvan het boek een voorbeeldige illustratie is.
‘Doch daar kwamen vreemdelingen uit het Westen, die zich heer en meester maakten van het land. Zij wenschten voordeel te doen met de vruchtbaarheid van den bodem, en gelastten den bewoner een deel van zijnen arbeid en zijn tijd toetewijden aan het voortbrengen van andere zaken’ – er was namelijk vroeger gesproken over rijst, die de Javaan noodig heeft om in leven te blijven – ‘van andere zaken, die meer winst zouden afwerpen op de markten van Europa. Om den geringen man daartoe te bewegen, was niet meer noodig dan een zeer eenvoudige staatkunde. Hij gehoorzaamt zijn Hoofden. Men had dus slechts die Hoofden te winnen door een gedeelte toetezeggen van de winst …en het gelukte volkomen.’
Een beeldverslag van de presentatie is te vinden op www.SPUI25.nl.
En nu nog zo'n kwaliteitsboek over het racisme inclusief het ontbreken van een cultuur(politiek) in Nederlands–Indië en het beeld rond Ned.Indië wordt weer wat completer.
William Deijmann
http://julieallebewijzen.blogspot.com/