Een jaar bij de Fransen

Genomineerd voor de Goncourt – het gebeurde Fouad Laroui een paar weken geleden, toen de jury de eerste selectie voor Frankrijks meest prestigieuze prijs bekend maakte. Une année chez les Français heet zijn nieuwe roman, zijn zesde, in een oeuvre dat inmiddels bestaat uit romans, bundels korte verhalen, essays en poëzie.
Het is een sleutelboek in zijn oeuvre, dat is zeker. Verhalend en geestig, snel en vol prachtige dialogen. De kleine, magere jongen die op zijn 10e jaar met twee kalkoenen als ‘interne’ bij het chique Lycée français Lyautey in Casablanca wordt afgeleverd komt uit zo’n andere omgeving dan zijn medeleerlingen dat hij in eerste instantie nauwelijks begrijpt waar ze het over hebben. Zijn wereld bestaat uit de boeken die hij heeft gelezen, zijn wereld is talig, zijn vocabulaire literair, zijn refenties zijn 18e, 19e eeuws, Diderot, Racine, Voltaire, La Fontaine, La comtesse de Ségur en Victor Hugo. Situaties waarin hij verzeild raakt herkent hij soms uit de literatuur die hij heeft gelezen. Argot is hem vreemd, spreken doet hij nauwelijks, ‘thuis’ bestaat voor hem eerder uit de boeken die zijn schoolmeester hem liet lezen dan uit zijn ouderlijk huis, een gezin waaruit de vader ineens verdween. Hij groeide op een gehucht, Béni-Mellal, waar hij een wonderlijk talent was, een unicum, een jongen die tijdens een aardbeving, terwijl de anderen in de paniek schoten, rustig een boek opensloeg. Heeft hij geen boek bij de hand, dan voelt hij zich ontheemd, onthand. Een televisie heeft hij nog nooit gezien.
Het is de taal die zorgt dat je erbij hoort, de taal die je uitsluit. Wie de taal van de ander niet spreekt, hoort er niet bij, is een eenling, een buitenstaander. Niet eerder verkende Laroui zo welsprekend én zo persoonlijk de uithoeken van het talige exil-universum. Wat doe ik hier? vraagt de kleine Mehdi Khatib zich regelmatig wanhopig af. Wat doet hij bij die Fransen die alles anders doen, die hij niet begrijpt, ook al doet hij nog zo zijn best? Die Fransen met hun vooroordeel over Marokkaanse moslims, hun onbegrijpelijke humor, hun bizarre uitdrukkingen. Wat een eenzaamheid, wat een onrust. Alleen de Franse boekenwereld begrijpt hij, blij als een echt ‘repas français’ inderdaad lijkt op de maaltijden waarover hij heeft gelezen.  
Wie kan dat beter verwoorden dan een schrijver die vanuit Marokko naar Frankrijk ging, in Engeland werkte en zich vervolgens in Nederland vestigde, een ingenieur die aan de universiteit in het Engels econometrie doceerde maar inmiddels moeiteloos omschakelde naar een docentschap literatuur, in het Frans, aan weer een andere Nederlandse universiteit.
De taalspelletjes zijn dan ook niet van de lucht in Une année chez les Français, de misverstanden legio, het onbegrip alom. Toch wordt het nooit zwaar, in deze actuele roman over thema’s van uitsluiting, integratie en aanpassingsvermogen, integendeel, de situaties die Laroui schetst zijn, net als in zijn eerdere werk, vaak hilarisch in al hun absurditeit.
‘Ceci est un ouvrage de fiction’, staat er als je het boek openslaat. Natuurlijk – al mag de lezer er het zijne van denken.