Berichten

Over Ordesa van Manuel Vilas

Afscheid nemen vormt het belangrijkste deel van je leven. Vaarwel zeggen aan je jeugd, je ouders, je vroegere leven, toen je je nog van geen enkel naderend afscheid bewust was – dat is wellicht de kern van Ordesa, de grote roman van de Spaanse schrijver, dichter en essayist Manuel Vilas (1962). Spanje liep weg met de roman die in zo’n 15 talen werd vertaald, herdruk op herdruk kreeg, in Italië en Frankrijk bekroond werd. De tijd nodigt uit tot reflectie, en dat mag een paar honderd bladzijden duren.

In Ordesa zitten we in het hoofd van de verteller, net als Vilas geboren in Barbastro, in de noordoostelijke Spaanse provincie Huesca. Daar tollen, in 157 korte hoofdstukken, gedachten rond, herinneringen, spijt, verdriet, verlies, rouw, nooit gestelde vragen. Vilas’ stijl is hoekig, afgemeten, soms rauw, maar ook altijd meanderend, zoekend en aarzelend, vol aforismen. De verteller was twintig jaar leraar, is gescheiden en ziet zijn twee zoons maar zelden. Van een plot is geen sprake, de geboden informatie is fragmentarisch, de verteller doet geen moeite je bij de les te houden, je raakt soms geïrriteerd door de herhalingen – en toch lees je door.

Je wilt weten waar die obsessie met het verleden vandaan komt en die adoratie voor die ouders die de verteller een bizarre, weinig liefdevolle jeugd hebben bezorgd. Je wilt weten hoe het leven was onder (de nadagen van) Franco, je wilt horen hoe zijn vader, een handelsreiziger, er maar nauwelijks in slaagde de armoede verre van zich te houden. En wat te denken van zijn moeder, ‘een verwoestende orkaan’?

Waanzin

Voor zijn vader koestert de verteller een onvoorwaardelijke liefde. Meer dan veertig jaar hebben ze samen televisie gekeken. Hij was ‘het meest verlegen, raadselachtige, zwijgzame en elegante wezen dat ik heb gekend’. En dat kennen is relatief. ‘Door me niet te vertellen wie hij was, smeedde mijn vader dit boek.’ Met het stijgen der jaren realiseert hij zich dat alles wat zijn vader is overkomen, ‘met metronomische precisie’ doorwerkt in zijn leven. Hij leeft net als hij ‘in een Spaans labyrint’, en ze hebben allebei ‘geen toegang tot geluk, er was en er is iets waardoor alles misloopt’.

verder lezen:

https://www.nrc.nl/nieuws/2021/01/28/alleen-in-de-hitte-van-de-bergen-was-het-feest-a4029653