Berichten

Esprit, es-tu là ? Expositie in Musée Maillol

Ze waren mijnwerker, slotenmaker-loodgieter-zinkbewerker en kruidenier annex caféhouder. Ze woonden in Noord-Frankrijk, niet ver van de grens met België, in gehuchten als Saint-Pierre-lez-Auchel, Montigny-en-Gohelle en Fouquières-lès-Lens. En ze hoorden een stem, van boven, die hun opdracht gaf te gaan schilderen. Nooit waren ze in de buurt van een schildersezel geweest, noch hadden ze ooit een museum bezocht. Maar ze gehoorzaamden aan die stem: schilderen gingen ze.

Nu is hun werk te zien in Musée Maillol in Parijs, op een wonderlijke, fascinerende tentoonstelling, onder de titel Esprit, es-tu là? Les peintres et les voix de l’au-delà (Geest, ben je daar? Schilders en de stemmen van boven). Die ‘stem van boven’ gidste hun hand, leidde hun penseel, bepaalde de precieze vorm van hun werk. Die stem zorgde er ook voor dat ze zich vestigden als medium. Ze stonden immers in contact met het hiernamaals, ze hadden een direct lijntje met de doden. En doden waren er veel in het Noord-Frankrijk van vlak na de Eerste Wereldoorlog. Hun families hadden er alles voor over om in contact te komen met hun gesneuvelde dierbaren. Zo werd de regio een vruchtbare bodem voor het spiritisme.

De tentoonstelling in Musée Maillol toont niet alleen werk van Augustin Lesage, Fleury Joseph Crépin en Victor Simon, de bekendste Franse spiritistische schilders van het begin van de twintigste eeuw. Ook de context wordt in kaart gebracht, je volgt de geschiedenis van het spiritisme in vogelvlucht. Vlak na de ingang loop je langs een portrettengalerij van beroemde kunstenaars. Allemaal interesseerden ze zich, door de eeuwen heen, voor communicatie met de ziel van de doden: van Honoré de Balzac tot Paul Klee en Vassili Kandinsky, van Victor Hugo tot Emanuel Swedenborg en het echtpaar Curie.

Al aan de vooravond van de Franse Revolutie (1789) trokken hypnotiseurs en somnambulisten veel publiek: ze brachten mensen in trance en lieten hen met hun overleden dierbaren spreken. In de historische roman Het oog van de engelvan Nelleke Noordervliet vinden we er een prachtig voorbeeld van. Victor Hugo nam tijdens zijn ballingschap op Jersey deel aan spiritistische seances, waarbij hij via een dansende tafel in contact probeerde te komen met zijn verdronken dochter. In 1857 publiceert Alan Kardec Het boek der geesten, het standaardboek van het spiritisme over de onsterfelijkheid van de ziel (ook nu nog leverbaar). Tezelfdertijd communiceren de gezusters Fox in New York via kloptonen met geesten. De utopist Charles Fourier, de arts en schrijver Arthur Conan Doyle, de nobelprijswinnaars Pierre en Marie Curie – allemaal zijn ze gefascineerd door het spiritisme.

Verder lezen

https://www.nrc.nl/nieuws/2020/08/12/geleid-door-gene-zijde-a4008596