Berichten

Interview met Elif Shafak over 10 minuten 38 seconden in deze vreemde wereld

‘Iedereen denkt dat deze coronatijd voor schrijvers gemakkelijker is – die zijn toch vaak alleen. Maar dat is helemaal niet zo. Je gaat je ineens afvragen waar je mee bezig bent, wat voor verschil het maakt of je dit verhaal schrijft of niet.” Elf jaar geleden verhuisde Elif Shafak (1971), auteur van zeventien boeken, vertaald in vijftig talen, van Istanbul naar Londen. Die stad is haar thuis geworden. Ze mist Istanbul. Vanwege de repressieve politieke situatie in Turkije, waar journalisten en schrijvers de mond wordt gesnoerd, wil ze niet terug.

Haar recente roman 10 minuten 38 seconden in deze vreemde wereld, afgelopen jaar genomineerd voor de Booker Prize, droeg ze op aan de stad die ze verliet en aan de vrouwen die er wonen. Haar hoofdpersoon Leïla ligt op de eerste pagina in een stalen afvalcontainer, vermoord, haar paarse stiletto pumps nog aan haar voeten. Haar brein werkt nog, in iets meer dan tien minuten haalt ze zich geuren, kleuren en smaken voor de geest, die verbonden zijn met cruciale momenten uit haar jeugd: hoe haar moeder gedwongen werd haar af te staan, de dag dat haar vader haar verbood nog naar school te gaan, de keer dat haar oom haar voor het eerst misbruikte, de dag dat ze haar ouderlijk huis ontvluchtte en zonder een cent naar Istanbul vertrok. Ze herinnert zich hoe ze haar vrienden ontmoette: het enig kind van een vrouwelijke apotheker, een transseksueel, een zangeres uit Mesopotamië, een Somalische waarzegster. Het is een kleurige, intense roman over een vrouwenleven in de marge, vol pijn, vriendschap, levensvreugde en energie, waarin bijgeloof en ratio de degens kruisen.

Uw boek is een ode aan Istanbul, de stad die, zegt u, altijd een vrouwenstad is geweest. Toch zijn het mannen die er de dienst uitmaken.

„De straat behoort de mannen toe, de pleinen, de stedelijke ruimte worden door mannen gedomineerd, vooral na zonsondergang. De stad is patriarchaal, seksistisch, homofoob, net als het hele land. Maar het wezen van de stad, de spirit, is vrouwelijk. Ottomaanse dichters schreven al over Istanbul als een godin, in latere gedichten wordt ze bezongen als een vrouw die van veertig echtgenoten is gescheiden: ze heeft veel meegemaakt, maar ze is veerkrachtig. Als feminist vind ik dat minderheden zich moeten kunnen bewegen in de stad. Vrouwen moeten de stedelijke ruimte terugclaimen.”

Verder lezen

https://www.nrc.nl/nieuws/2020/05/14/fatalisme-leidt-tot-niets-a3999732