Jean-Christophe Rufin en Al Quaida
Jean-Christophe Rufin is schrijver en essayist, lid van de Académie française, maar ook arts, politicus en racismedeskundige. Als onderhandelingsspecialist op het gebied van terrorisme en ontvoeringen slaagde hij er meermalen in gijzelaars vrij te krijgen, tijdens de Balkanoorlog bijvoorbeeld. Onlangs sprak hij zich publiekelijk uit tegen de internationale actie in Libië ter bescherming van de burgerbevolking. Gepokt en gemazeld als hij is op het vlak van humanitaire NGO’s, weet de voormalige voorman van Artsen zonder grenzen dat alleen een duidelijk politiek doel tot resultaat leidt. Bij het aantreden van Sarkozy zou er in de Franse internationale betrekkingen met Afrika een nieuwe wind gaan waaien en werd Rufin ambassadeur in Senegal. Maar er kwam geen einde aan de traditionele verhoudingen in de ‘françafrique’ en twee jaar geleden werd hij verzocht op te stappen.
Bij iedere wending in zijn professionele parcours nam Rufin afstand en zocht hij naar verdieping en nuance in de roman. In zijn autobiografie uit 2008, Un léopard sur le garrot, Chroniques d’un médecin nomade – een must voor iedere medicijnenstudent – , vertelt hij niet alleen hoe hij arts werd, maar ook hoe hij ‘als een hamster in een witte jas’ alsmaar door rende in zijn rad. Een gevangene van zijn vak was hij, jaloers op zijn patiënten die die dan wel ziek waren, maar tenminste geleefd hadden. Hij vertelt hoe hij de fameuze Bernard Kouchner ontmoette, bij Artsen zonder grenzen betrokken raakte – toen nog een onbeduidend, startend clubje idealisten – en met politiek in aanraking kwam. De jonge, hardwerkende arts ontdekte het spel van de macht, de strategie en het grote geld, gespeeld in de wereld van machthebbers die achter de schermen aan de internationale touwtjes trekken.
Om aan de realiteit te ontsnappen, ging Rufin, naast zijn essays, fictie schrijven. La liberté d’écrire verleende hem la liberté d’être, het schrijven gaf hem de vrijheid werkelijk te zijn, te leven. Zijn professionele ervaringen vonden vroeg of laat een weg in zijn romans en zo wist hij zich te bevrijden van het gevoel voortdurend een gevangene te zijn van de hectische wereld waarin hij zich bevond. Met succes. In 1997 verscheen De Abessijn, een spannende, historische avonturenroman die een bestseller werd. In 2001 kreeg Braziliaans rood, een roman over de Franse poging in de 16e eeuw Brazilië te koloniseren, een boek over tolerantie en de botsing der culturen, de prix Goncourt. Met Globalia schreef Rufin een visionnaire, science fictionroman over de ontregeling van een globaliserende wereld.
En nu is er Katiba, de roman die hij schreef sinds hij vorige zomer zijn ambassadeurspost in Senegal verliet. Een boek ten afscheid, zou je kunnen zeggen, waarin Rufin veel draden uit zijn enorme kennis over Noord-Afrika, en de Sahel in het bijzonder, bij elkaar brengt. Het is een avonturen- en spionageroman, een verontrustend boek over Al Quaida én over verscheurde identiteiten. Juist die internationale, onzichtbare touwtjes achter de schermen brengt Rufin in kaart. In de voetstappen van Robert Ludlum en John Le Carré voert Rufin politieke machthebbers ten tonele, verliefde dubbelspionnen, Algerijnse inlichtingendiensten en wapenhandelaren die het vuurtje van het terrorisme aanwakkeren. Maar ook een privé- inlichtingenbureau in Johannesburg speelt een rol, een lange arm vanuit Dakar, een undercover operatie in Brussel. Achter de schermen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Parijs wordt er op los gemanipuleerd. Het draait allemaal om dubieuze gebeurtenissen in ‘de gevangenis van de immense ruimten’, de Sahara. Die is helemaal niet leeg, maar zit vol met ‘katiba’s’, zoals militaire kampen van de islamistische jihadstrijders in Noord-Afrika worden genoemd. De woestijn wordt doorkruist door drugs- en mensenhandelaren. Islamisten van Al Quaida, voorzien van de meest geavanceerde communicatiemiddelen, ontvoeren Europeanen, spelen clans tegen elkaar uit en zetten dekmantels op voor terroristische aanslagen.
We moeten ons afvragen of we Al Quaida wel goed inschatten, houdt Rufin ons voor. In hoeverre is Al Quaida in staat om ook in Europa, vlakbij, toe te slaan? Hoe komt het dat jihadstrijders zo vaak jonge artsen of onderwijzers zijn? Indirect beantwoordt Rufin deze vragen. Katiba is daarom niet alleen spannend, maar ook indrukwekkend en betekenisvol. Rufin is namelijk iemand die wel fictie schrijft, maar verdomd goed weet hoe de non-fictie in elkaar zit. Vertalen, dit boek!
Jean-Christophe Rufin: Katiba. Flammarion. Prijs € 20