Geef het Institut néerlandais tijd om geld te verdienen
Je kon er vergif op innemen – het Institut néerlandais in Parijs zou niet aan de radicale bezuinigingen van dit kabinet ontsnappen. Als gevolg daarvan is er sprake van het schrappen van de maatschappelijke debatten en de literaire avonden. Ook de taalcursussen – en met name de winstgevendheid daarvan – worden onder de loep genomen. Het Institut, nauw verbonden met de Nederlandse Ambassade en de Fondation Custodia, die de collectie tekeningen en prenten van Frits Lugt beheert, is doorgeefluik, podium en uitvalsbasis voor de Nederlandse cultuur in Frankrijk. De Nederlandse taal en cultuur behoren tot haar core business. Maar het heeft ook een makelaarsfunctie waarbij Franse en Nederlandse organisaties aan elkaar worden gekoppeld en wederzijds ervaringen worden uitgewisseld en know how gedeeld. En het Institut is de ontmoetingsplaats voor kunstenaars, beleidsmakers, historici, academici – maar vooral voor de gewone Fransman en de gewone Nederlander. De Fransman die verliefd is op een Nederlandse of zijn specifieke carrièrekansen wil vergroten, leert er Nederlands. De Nederlander die in Parijs terecht komt, ontmoet er zijn buurman.
Buitenlandse Zaken, dat momenteel op veel plekken in de wereld diplomatieke posten sluit, is de grootste financier van het Institut néerlandais. Ook de Franse tegenhanger van het IN in Nederland, het Maison Descartes, ondervindt de gevolgen van bezuiniging aan den lijve. Cultuur is voor de Fransen van oudsher een instrument geweest in de geopolitieke ambities van het land – veel meer dan voor Nederland. Maar ook dit Franse instituut krijgt jaarlijks met de kaasschaaf te maken. Recent kregen alle door de staat gefinancierde Franse instituten niet alleen voor de zoveelste keer minder subsidie, maar ook een nieuwe naam, Institut Français – efficiëntie, samenwerking, kostenbesparing was het parool. Er werden instituten in Europa gesloten, er werden nieuwe geopend in de opkomende economieën Brazilië, China en India.
Ook het IN is onderdeel van de Nederlandse buitenlandse culturele politiek. De afgelopen jaren werd culturele diplomatie het motto, halen én brengen was het wachtwoord, nieuwsgierigheid werd beleid. Geen instelling kan in de globaliserende wereld meer louter de eigen taal en cultuur of handelswaar promoten, het gaat om uitwisseling, dialoog, geven en nemen, kruisbestuiving en wederzijdse inspiratie. Wie nog enigszin wil meetellen zet de ramen open en kijkt van daaruit verdomd goed wat er aan de hand is.
Minister Rosenthal gooit de hele culturele diplomatie uit dat openstaande raam en verheft economische diplomatie tot het enige buitenlandse instrument van de BV Nederland. Het internationaal cultuurbeleid is vereenvoudigd, verengd tot de euro. Enige reflectie is niet aan de orde. Dominee en koopman gingen eeuwen hand in hand, nu gaat de koopman in zijn eentje verder, met zijn handeltje van Hollandse tomaten, bloembollen, chemicaliën, kaas en watermanagement – ook naar Frankrijk. Met cultuur heeft die voortaan alleenheersende koopman niets op. Precies zoals de onlangs overleden schrijfster Hella S. Haasse in 1988 al zei, is hij doordrenkt van ‘wantrouwen jegens alles wat te maken heeft met creativiteit op cultureel gebied’.
Laat het IN haar creativiteit aanwenden om te tonen wat haar waarde is – ook economisch. En geef haar een beetje tijd. Juist een dergelijke grensoverschrijdende instelling kan partnerschappen sluiten, als brug functioneren voor de wetenschap en het bedrijfsleven. Niet alleen uitgevers en organisatoren van festivals kunnen de weg naar de Rue de Lille vinden, maar ook advocaten, hoogleraren, docenten, architecten en specialisten op het gebied van dijken en polders. Verhuur, vraag toegang, verhoog de inschrijvingen voor de cursussen, doe aan crowd funding, start bijzondere fondsen, vergroot de bekendheid van het IN in Nederland, zodat straks Henk en Ingrid die een weekendje naar Disney Parijs gaan óók de beroemde tekeningen van Rembrandt in hun combinatieticket hebben en geef ook de Fransen een podium in het IN.
Maar schrap niet de literatuur en het maatschappelijk debat, notabene juist de zaken waarvoor de Fransen zich bij uitstek interesseren, uit de programmering. De échte koopman verkoopt ook een heel assortiment en niet alleen tomaten.