Wie krijgt de prix Goncourt 2022?
Van Michel Houellebecq is de slogan: ‘Morgen zal vrouwelijk zijn’. Hij zat er, in 1998, niet helemaal naast. Of helemaal niet, zou je kunnen zeggen. Dit najaar wordt overal in Frankrijk stilgestaan bij vijf jaar #MeToo: de beweging leidde er tot verschillende protestgolven, met hashtags als #balancetonporc en #metooinceste. Kranten maken dezer dagen overzichten van wetswijzigingen die volgden. Of ze publiceren bijlagen met titels als ‘Hauts les soeurs!’ en verwijzen naar nieuwe feministische publicaties zoals ‘Un texte à soi’. Culturele organisaties van allerlei aard organiseren debatten over ‘het nieuwe feminisme’, over ‘feminicide’, dominantie en onderdrukking. Er wordt gediscussieerd over de beste manier om gelukkig te worden: is dat met de traditionele ‘amour hétéro’ of juist niet? Daarover publiceerde bijvoorbeeld de essayiste Mona Chollet (auteur van het ook in het Nederlands vertaalde Heksen, eerherstel voor de vrouwelijke rebel) dit jaar Réinventer l’amour, een doorwrocht boek met de vraag ‘hoe het patriarchaat de heterosexuele relaties saboteert’.
In Frankrijks literaire rentrée weerklinkt een ongekend heldere echo van de actualiteit. De zomer was niet nog voorbij of de Fransen stortten zich op Cher connard (vrij vertaald ‘Beste eikel’), het nieuwe boek van feministisch icoon Virginie Despentes, een fascinerende brievenroman rond een #MeToo-affaire die de positie van alle partijen laat zien.
Maar ook de jongere auteurs schrijven dit najaar over huiselijk geweld, fysieke en psychologische onderdrukking, incest, mannelijke dominantie en hoe eraan te ontsnappen. Vrolijk word je er niet van, maar wat kunnen ze schrijven, die auteurs die dit najaar op tournee zijn om over hun boek te praten, in boekhandels en op drukbezochte festivals. Terecht vind je hun titels terug op de longlist van menige literaire prijs. Hun romans hebben niets van een pamflet of een activistische stellingname, het gaat om eigen ervaring of scherpe observatie in combinatie met een flinke dosis inlevingsvermogen en verbeelding. Zoektochten, enquêtes, speurtochten – dat zijn in deze rentrée de favoriete formules. In de schaduw bevinden zich pijnlijke geheimen, de literatuur is de plek waar ze voorzichtig omcirkeld en belicht worden. De een komt met een autobiografische zoektocht, de volgende duikt in haar familiegeschiedenis of het verleden van haar geboorteland.
Zo woont Jeanne, de jonge hoofdpersoon in Sa préféree van Sarah Jollien-Fardel, in een benauwend dorp, tussen hoge bergen en met een brute vader en een bang muisje als moeder. De jonge Lou, in de roman Vers la violence van Blandine Rinkel, heeft ook al zo’n moeite met ademen in haar door geweld en leugens verstikte gezin. Wegduiken, op het juiste moment zwijgen, wachten tot het huis clos uit elkaar barst, ontsnappen naar school, naar studie. Kun je loskomen van zo’n beschadigde jeugd, is de vraag die deze schrijfsters indirect stellen? Vaak wel: ze worstelen, ze lezen, ze studeren en ze zwemmen letterlijk weg van het geweld. Daarmee plaatsen de auteurs zich in de voetsporen van ‘transfuges de classes’ als Edouard Louis en Annie Ernaux.
Verder lezen:
https://www.nrc.nl/nieuws/2022/10/27/de-nieuwe-franse-literatuur-blaakt-van-actualiteit-a4146509