Interview met Olivier Rolin over Veracruz

Hij is net terug uit Soedan, maakt zich op om naar Dubai te vertrekken en regelt intussen het nodige om zijn schip vaarklaar te maken: in juni gaat hij een maand zeilen, zijn jacht ligt in Bretagne waar hij een groot deel van het jaar woont. Maline heet zijn schip, naar de naam die hij aan Jane Birkin gaf, toen ze samen waren.

„Ik ben een man van de zee”, zegt Olivier Rolin (1947). Dat zou je niet meteen denken. Hij woont in een oud, donker pand, vlakbij theater Odeon in Parijs, het trappenhuis is een en al stof en vergane glorie. Een woonkamer met overal boeken, in kasten en op tafels, op fauteuils en tegen de muren, alles in schemerduister gehuld. „Het is een soort stedelijke grot”, zegt Rolin, „ongetwijfeld onleefbaar voor ieder ander dan mijzelf. Pal hiernaast was de oude boekhandel van Sylvia Beach, Shakespeare & Company, waar Ulysses voor het eerst werd uitgegeven. Tijdens het interbellum zat aan de overkant een andere beroemde librairie, die van Adrienne Monnier, waar alle grote schrijvers van die tijd elkaar ontmoetten: Valéry, Joyce, Aragon, Hemingway, Gide. Nu is er een kledingwinkel op de plek van Shakespeare & Cy, en op het adres van Monnier zit een kapper. Die is trouwens erg belezen.

Al die literaire referenties vind je terug in Veracruz, de kleine, recent door Katelijne de Vuyst prachtig vertaalde roman van Rolin. Het schemert er ook, in de roman houdt het kwaad zich schuil. Veracruz is angstaanjagend: inhoudelijk, vanwege het verhaal. Maar ook vanwege de stijl: Veracruz is een klein meesterwerk.

https://www.nrc.nl/nieuws/2018/06/05/ik-wilde-beschrijven-welk-roofdier-er-schuilt-in-de-man-a1605472