Algerijnse literatuur langzaam uit het dal
Die verleiding van de stilte roept herkenning op bij de andere aanwezige Algerijnse schrijvers. Mourad Djebel (43), ook in de jaren ’90 naar Frankrijk gevlucht, schrijft in Les cinq et une nuits de Shahrazède (Ed. La Différence, 2005) over de chaos, de woede en de wanhoop. ‘Verscheurdheid, breuken liggen ten oorsprong aan het scheppingsproces’, zegt hij’, maar ‘ik vraag me af of de literatuur wel ergens toe dient, wat is het nut?’ Zelf ‘heeft de literatuur hem gered, hem in leven gehouden’, maar verder?
Toch komt de Algerijnse literatuur, en met haar de schrijvers, langzaam uit het dal naar boven. Werden in de gewelddadige jaren ’90 alle culturele instellingen gesloten, alle uitgeverijen verboden en vele intellectuelen vermoord, sinds het begin van de 21e eeuw groeit het aantal weer gestaag. De meeste Algerijnse kunstenaars zochten een goed heenkomen in Frankrijk, een ander bleef in Nederland, zoals Mehdi Acherchour, wiens boek Moineau onlangs voor de prix Femina werd genomineerd.
Op een bevolking van 36 miljoen Algerijnen, schrijven de aanwezige Algerijnse auteurs voor niet meer dan 4 à 6000 lezers, verzuchten ze. Toch is er een groeiende belangstelling voor recente geschiedenis, voor getuigenissen van de recentste gebeurtenissen, vertelt advocate en historica Fatima Bakhaï. Een van de uitgevers die daarbij een belangrijke rol heeft gespeeld is uitgeverij Barzakh, opgericht door Sofiane Hadjadj en Selma Hellal. Zij krijgen voor hun werk in december de Prins Claus prijs uitgereikt. http://www.princeclausfund.org/press/documents/PersberichtLaureatenPrinsClausPrijzen2010bekend06092010.pdf