Op uitnodiging van het Nederlands Letterenfonds verblijft de Haïtiaanse schrijfster Kettly Mars een maand in het schrijversappartement aan het Spui in Amsterdam. Vanmiddag stelde ze, op verzoek van de organisatie Read my world, een paar collega-auteurs en andere kunstenaars en journalisten uit Haïti voor. Dat deed ze professioneel, prettig en gedegen. Via een skypeverbinding sprak ze met de schrijfster Evelyne Trouillot, met de radiojournalist Hérold Jean-François, met de schrijver/taalkundige Jean-Ephèle Milcé en met de dichteres Emily Prophète.
Het is geweldig dat Read my world ons de gelegenheid geeft met een land, een taal, en haar kunstenaars kennis te maken – een land waarin enorm veel mensen analfabeet zijn, een land dat om de haverklap wordt getroffen door natuurrampen, een land dat een lange traditie heeft van dictatorschap. Maar hoe bloeiend is er het culturele leven, hoe actief en inventief zijn de kunstenaars, de musici, de dichters en de romanschrijvers. De wereldberoemde en alom vertaalde auteur Dany Laferrière is er een van de boegbeelden van.
Maar zijn wij hier wel geïnteresseerd in het verre buitenland? Ik schat dat er een tiental niet gebonden toehoorders waren, vanmiddag in de OBA. Onvoorstelbaar treurig, voor een uitstekend initiatief, dat de vensters opent op de wereld, en dat een vervolg krijgt in september, met een driedaags festival in de Tolhuistuin, een cultureel centrum met potentieel, dat lijdt onder allerhande, technische, vertragende problemen.
Over de laatst vertaalde roman van Kettly Mars schreef ik twee jaar geleden dit stuk in NRC. Binnenkort is ze in SPUI25 – komt haar beluisteren!
Nirvah Leroy wendt zich, in opperste wanhoop over het lot van haar opgepakte communistische echtgenoot, tot een machtige staatssecretaris in Haïti. Deze realiseert zich dat hij het lot van deze mooie vrouw in handen heeft. Ooit waren vrouwen van haar klasse onbereikbaar voor hem, maar nu ‘vertegenwoordigt ze datgene waarnaar meer dan naar al het andere op de wereld zijn begeerte uitging’. Nu heeft hij haar in zijn macht en stelt zich voor hoe hij haar ‘ruw zou (nemen), zonder een woord, zich bedwelmend aan haar klachten, genietend van de ontreddering in haar ogen op het moment dat hij klaarkwam’. Macht, onmacht en begeerte – dat zijn de belangrijkste thema’s in Wrede seizoenen, de onlangs vertaalde roman van de Haïtiaanse schrijfster Kettly Mars.
Mars is dit jaar een van de laureaten van het Prins Claus Fonds, personen die volgens het fonds allen een ‘uitmuntende prestatie op het gebied van cultuur en ontwikkeling’ hebben geleverd. Mars (1958, Port-au-Prince) wordt geëerd als een ‘krachtige en indringende schrijver die frisse inzichten heeft ten aanzien van de hedendaagse werkelijkheid en een levendig, genuanceerd beeld schetst van de Haïtiaanse maatschappij’.
Nu zijn er op Haïti veel schrijvers die een stem geven aan de historie en aan de recente politieke en klimatologische ellende die het land moet doorstaan. Ieder jaar is er een aantal te gast op het Franse festival Etonnants Voyageurs in St. Malo en sinds kort organiseert de organisatie ook een dochterfestival in Port-au-Prince. Tijdens de voorbereidingen voor het festival van dit jaar vond de verwoestende aardbeving plaats, waarbij ook enkele schrijvers het leven verloren. Dat drama heeft inmiddels tot aangrijpende literatuur geleid, zoals Tout bouge autour de moi van Dany Laferrière en de bundel Pour Haïti (ed.S. Dracius).
De Haïtiaanse literatuur ligt, zo lijkt het, aan het infuus van het dagelijks leven. De verhalen van de Haïtianen gaan bijna zonder uitzondering over het leven van alle dag in Haïti, over geweld, corruptie, chantage, willekeur en verscheurde families. De verhalen zijn vaak even chaotisch, even heftig als de geschiedenis van Haïti zelf.
Legendarisch is bijvoorbeeld Frankétienne, schrijver, toneelschrijver en schilder tegelijk, die zijn hele oeuvre à compte d’auteur liet drukken – een politieke en literaire mythe. Zijn boeken zijn volledig onorthodox, bevatten prozagedichten, kreten, opsommingen en een veelvoud van stemmen waarbij klank en vorm, zo lijkt het, belangrijker zijn dan inhoud of plot. Met alle creatieve middelen waarover hij beschikt vecht hij tegen de misère, tegen de corruptie, tegen degenen die om redenen van persoonlijk gewin de heropbouw en de vooruitgang belemmeren.
Ook zijn collega Lyonel Trouillot, die net als Frankétienne, ondanks de gevaren waaraan schrijvers in Haïti blootstaan, het land nooit verliet, schreef, in het Frans en in het Creools, een belangrijk oeuvre bij elkaar. Met zijn recente roman, La belle amour humaine, wat toegankelijker dan zijn eerdere werk, greep hij dit jaar net naast de prix Goncourt. De meest spraakmakende auteur uit Haïti is ongetwijfeld de eerder genoemde Dany Laferrière. Zijn werk is verrassend, vernieuwend, satirisch en vaak erg geestig. Ook andere bekende in het Frans schrijvende auteurs uit Haïti – er zijn ook Haïtiaanse auteurs die in het Engels schrijven, zoals Edwige Danticat – zoals Marie-Cécile Agnant, Yanick Lahens en Evelyne Trouillot, blijven dichtbij de verwarrende ervaring van de hedendaagse Haïtiaan.
Waar binnen dit panorama bevindt zich de gelauwerde Kettly Mars en haar roman Wrede seizoenen? Saisons sauvages is haar vierde roman uit 2010, een boek met een plot, dat een verhaal vertelt op de Amerikaanse manier. Bij haar geen taal-, vorm- of ritme-experimenten, geen humor of uitgesproken poëtisch taalgebruik, zoals bij andere Franstalige Haïtiaanse auteurs.
Mars schreef eerst poëzie en debuteerde in 2003 met Kasalé, een roman over natuur, spiritualiteit en ongrijpbare lokale tradities. Eerder dit jaar publiceerde ze, samen met collegaschrijver Leslie Péan Le prince noir de Lillian Russell, een roman over de gelijknamige vaudeville-ster, gesitueerd in het 19e eeuwse New York.
In Wrede seizoenen vertelt ze over de cruciale vragen waarvoor haar vrouwelijke hoofdpersoon, Nirvah Leroy, wordt gesteld als haar man Daniel door het dictatoriale regime van Duvallier wordt opgepakt. De machtige staatssecretaris beschikt over diens leven en ook over dat van haar en haar twee kinderen. Het is haar lichaa
m dat hij begeert, het mooie lichaam van een mulattin waarvan hij vroeger, voordat hij aan de macht kwam, alleen maar kon dromen. Ze wordt zijn obsessie, zijn leven en zijn zwakke plek. Al snel is alleen haar lichaam hem niet genoeg: hij eigent zich haar 15-jarige dochter toe en uiteindelijk ook nog het onschuldige jongenslijf van haar zoon. Nirvah levert, bewust of onbewust, haar hele gezin uit aan een bezeten man.
Dan vertroebelt de tegenstelling goed versus kwaad. De dictator uit de onderste lagen van de bevolking, die er genoegen in schept zelf martelingen uit te voeren blijkt in staat tot liefde en ontpopt zich zelfs tot een belezen amateurhellenist die de zoon van zijn gevangene helpt bij het leren van zijn Griekse grammatica. Nirvah van haar kant ziet mettertijd de goede kanten van haar verkrachter en wordt verscheurd tussen schuldgevoel en genot.
Het vergt nogal wat van de lezer om met deze wendingen mee te gaan. Mars schetst met vaardige hand de gruwelen van de dictatuur, die een vrouw zonder man aan haar zijde moet doorstaan. Ze kan een verhaal vaart geven. Maar de diepgaande morele dilemma’s waar het haar om te doen moet zijn geweest weet ze niet overtuigend met de lezer te delen.
Kettly Mars: Wrede seizoenen. Vertaald door Marianne Kaas. De Geus/Novib,