Berichten

Houellebecq op Le Boekenbal

Het was de week van Houellebecq in Amsterdam. Niemand liet zich onbetuigd, iedereen was verguld: die had met hem gegeten, de volgende een biertje met hem gedronken, een derde vond dat hij zo goed observeerde, een vierde merkte op dat hij alles opzoog en zelf zo weinig zei. Jubel en lof alom, zijn Nederlandse lezers lagen aan zijn voeten – dat hij Nederlandse vrouwen op hun rondborstigheid beoortdeelt en het hele land neerzet als een bedrijf, het was vergeten en vergeven. Het moet een heerlijk bezoek zijn geweest voor de schrijver die in eigen land, zoals het een profeet betaamt, meestal wordt verguisd.

Ook ik werd gebeld door uitgeverij De Arbeiderpers en uitgenodigd voor een etentje bij de uitgever thuis, ter ere van een mystery guest die het boekenbal bezoeken. Maar ik zat in de trein van Parijs naar Grenoble, voor een optreden op het literaire festival Printemps du Livre. Vrijdagavond zag ik op instagram de eerste plaatjes: Michel Houellebecq in smoking, met aan zijn zijde zijn kersverse Japanse echtgenote. Op alle foto’s die ik later, vanuit het boekenbal in de stadsschouwburg, langs zag komen frunnikte ze liefdevol aan zijn vlinderdas. De meest mysogiene Franse schrijver als eregast bij ‘De moeder, de vrouw’. De auteur die in Nederland en Duitsland zo ongelofelijk succesvol is, terwijl de meeste Fransen bij zijn naam een grimas trekken.

Ik moest denken aan de eerste keer dat ik Houellebecq sprak, in 1999, over Les particules élémentaires, in een smal café in Parijs, tegenover zijn uitgeverij. Zijn eerste vrouw Marie-Pierre en hij waren net uit Ierland aangekomen, hij zette de koffers naast zich op de banquette, hoog op elkaar, dirigeerde zijn vrouw naar een plek achter mij. Om de zoveel tijd vroeg hij haar om een sigaret, of een volgend glas witte wijn. Een paar jaar later, toen de Fransman in Amsterdam was met zijn band, en twee uur te laat en  in zekere staat op onze afspraak kwam, plofte hij op zijn grote tweepersoonsbed, hield zijn parka aan, wees de bandleden hun plek rond zijn troon en bestelde bij zijn vrouw een aantal sterke espresso’s. Mij dirigeerde hij naast hem op het bed, haar heb ik een uur zien staan, met een zelf meegenomen espressoapparaat op haar handpalmen, lange benen gestoken in zwarte netkousen, wiebelend op zwarte pumps.

Op het festival in Grenoble vertel ik over het fenomeen Boekenweek, het boekenweekgeschenk, het gratis reizen met de trein. En over de mystery guest op Le Boekenbal. De beroemdste Franse schrijver in Europa was er, zeg ik. Hij was op Le Boekenbal! Het duurt even voor ze zich realiseren dat het niet een van de twee recente Franse Nobelprijswinnaars is. Houellebecq?! Er ontstaat rumoer in de zaal, ik hoor boe-geroep – c’est pas vrai!

Noot:

Mijn recensie van Serotonine verscheen op 3 januari, de dag waarop in Frankrijk het boek werd gepubliceerd, in NRC:
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/01/03/niemand-zal-nog-gelukkig-zijn-a3127799
Ook mijn interviews met Houellebecq verschenen in NRC.

 

 

Over Sérotonine van Michel Houllebecq

Twee weken geleden schreef Michel Houellebecq in Harper’s Magazine dat hij president Trump een van de beste presidenten ooit vond. Trump houdt niet van de EU, net zomin als Houellebecq. De Europese landen hebben niets gemeen, schreef hij, geen waarden, geen taal, geen belangen, laat staan dat ze een democratie vormen. Europa is een nachtmerrie, hoe eerder de EU uit elkaar valt, hoe beter.

In zijn nieuwe roman Sérotonine zoekt de verteller, Florent Claude Labrouste, zijn oude vriend Aymeric d’Harcourt-Olonde op. Ze studeerden samen, werden beiden landbouwkundigen. Aymeric, afkomstig uit een eeuwenoude aristocratische familie, runt al jaren een boerenbedrijf in het dun bevolkte, uiterste westen van Normandië. Hij heeft honderden koeien, boert biologisch en bewoont een familiechâteau, dat langzaam door onkruid wordt overwoekerd. De plannen van zijn vrouw om van de veertig leegstaande kamers een ‘hôtel de charme’ te maken liepen spaak toen de overheid geen subsidie verleende. Ze ging ervandoor met een pianist en nam hun dochters mee.

Financieel zit Aymeric aan de grond. De melkprijzen dalen door de buitenlandse concurrentie en volgens Europese standaarden moet het aantal boeren nog gehalveerd worden. De landbouw in Frankrijk is ‘een sociaal plan’, schrijft Houellebecq, ‘maar wel een onzichtbaar sociaal plan, waarbij iedereen individueel verdwijnt’ zonder dat er een haan naar kraait. De leden van de boerenbond pikken het niet langer, ze bewapenen zich, vullen jerrycans met benzine en installeren een raketinstallatie. Bij de geweldsexplosie vallen doden, de beelden gaan de wereld rond. De dag erna worden de koeien van Aymeric niet meer gemolken.

De protesten die Houellebecq in zijn recente roman met vooruitziende blik verbeeldt, zijn nog vele malen grimmiger dan die van de gele hesjes die we de afgelopen weken daadwerkelijk in Frankrijk zagen. Zijn boeren voelen zich niet gehoord, niet gezien, wanhopig en woedend. Hun onbehagen, door ‘Brussel’ en door ‘de elite’ weggezet als irrationele angst voor de globalisering, ontploft. Frankrijk desintegreert, Europa wankelt.

Lees meer