Berichten

Over anéantir van Michel Houellebecq

Een paar weken geleden reden achtentwintig vrachtwagens met elk twintig pallets boeken van een drukkerij in Italië naar Parijs. Na aankomst werden er exemplaren naar critici verstuurd, strikte geheimhouding was vereist. Meer dan dat het een mooi vormgegeven boek was, maakte uitgeverij Flammarion niet bekend: de nieuwe Houellebecq moest een mysterie blijven. Wie onder de kerstboom het boek van 734 bladzijden opensloeg, werd getroffen door mysterieuze tekens op de eerste bladzijde: een vijfhoek met vier ovalen, met daaronder vier regels onleesbare tekens. Was anéantir (te vertalen als ‘vernietigen’) opnieuw een boek met buitenaardse wezens, in lijn met Mogelijkheid van een eiland? Was het sciencefiction? Mystiek? Even verderop stond een afbeelding van een guillotine, een tekening van Frankrijk middenin een bizarre ster, verderop een afschrikwekkende, duivels uitziende gehoornde bok.

Het is begin december, zo begint het boek, de tijd waarin vooral de celibatair het gevoel heeft zich ‘in het voorportaal van de dood’ te bevinden, en ‘het niets’ ongewoon dichtbij is. In één klap betreden we Houellebecqs depressieve, ironische universum. Frankrijks geheime dienst wordt geconfronteerd met hightech video’s van een getorpedeerde containerboot, een vernietigde spermabank in Denemarken, een filmpje waarin de Franse minister van Economie wordt onthoofd. Hier zijn terroristische technologie-experts aan het werk.

Deze thrillerachtige verhaallijn laat Houellebecq, seismograaf van onze tijd, vervolgens lang liggen om ons kennis te laten maken met zijn hoofdpersoon, Paul Raison, financieel expert en vertrouweling van de efficiënte maar weinig empathische minister Bruno Juge (die veel weg heeft van Frankrijks huidige minister van Economie, Bruno Le Maire). Paul is, net als Houellebecqs eerdere hoofdpersonen, melancholiek, laconiek, onderkoeld en licht depressief, zijn intellectuele leven is ‘niet heel intens geweest’. Dankzij Juge, Pauls baas, gaat het Frankrijk economisch voor de wind. Dat komt goed uit: de presidentsverkiezingen van 2027 komen eraan. De zittende president (waarin Emmanuel Macron te herkennen is) kan niet opgaan voor nog een termijn en zoekt een zwakke opvolger zodat hij zelf daarna terug kan keren. Die vindt hij in een voormalige tv-presentator die de media in zijn zak heeft, maar van dossiers geen kaas heeft gegeten.

Net als in Onderworpen schetst Houellebecq, meedogenloos en vaak geestig, de coulissen van de politiek: ‘de democratie als systeem is dood, te langzaam, te zwaar’. Voor de campagne nemen de kandidaten vrouwelijke spindoctors in de arm (wat krijgen we nu: geeft Houellebecq vrouwen een eigen leven, een betekenisvolle baan?) die het klappen van de politieke pr-zweep kennen. In 2027 is ‘links’ bijna verdwenen, is er sprake van ‘klassenstrijd’, een hoge werkloosheid en een enorme kloof tussen rijk en arm. Het Rassemblement national heeft een goedgebekte nieuweling en Zemmour, ‘een bastaard van zijn ras’, is nog steeds aardige brandstof voor gesprekken aan de keukentafel.

Verder lezen:

https://www.nrc.nl/nieuws/2022/01/06/in-de-nieuwe-houellebecq-schuilt-het-ongeluk-in-het-gezin-a4075903

 

 

Het J’accuse van Michel Houellebecq

Eergisteren publiceerde Michel Houellebecq een open brief aan president Hollande  in de Italiaanse krant Corriere Della Sera. Hoewel ik geen integrale Franse of Engelse vertaling van het stuk heb kunnen vinden, lijkt hij hierin als gebruikelijk ongezouten, en bovendien consequent, zijn mening te geven, ‘J’accuse Hollande et je défends les français’, luidt de titel van het stuk. De politiek elite veegt hij de mantel uit: ze hebben het land jaren geleden al betrokken bij ‘absurde en kostbare operaties’ in Irak en Libië. Ze zagen grenzen als ‘een voorbije idiotie, het symbool van een misselijkmakend nationalisme’. En ze hebben verzuimd aan ‘hun allerbelangrijkste taak’ te voldoen, namelijk ‘de bevolking van Frankrijk, die aan hun zorg is toevertrouwd, te beschermen’.

Dat hij Hollande weg zet als een ‘onbetekenende opportunist’ en Valls als een ‘geestelijke debiel’, hoeft lezers van Soumission niet te verbazen. In zijn recentste roman analyseert hij snijdend en spottend de huidige Franse politiek. De ware agenda van de UMP en van de Parti Socialiste, schrijft zijn verteller, is ‘de verdwijning van Frankrijk’, Frankrijk moet onderdeel worden van ‘een federaal Europees geheel’. Dat de kiezers dat niet willen, ‘wordt al jaren onder het tapijt geveegd en genegeerd’. In Soumission zijn de traditionele Franse politieke partijen zo zwak en uitgehold dat ze geen andere weg meer zien dan steun te verlenen aan een moslimpartij die de nieuwe president levert.

Ook verwijt Houellebecq in zijn artikel Hollande en zijn kabinet dat zij onverantwoordelijk zijn omgegaan met het snijden in het politiekorps: ‘gedreven tot wanhoop en verontwaardiging, wordt het hen bijna onmogelijk gemaakt hun taak te vervullen.’ Ook in dit opzicht blijft hij consequent. In een eerdere roman, La carte et le territoire (De kaart en het gebied), portretteerde Houellebecq een Franse politiecommissaris, Jasselin, die de gruwelijke moord op zijn naamgenoot, Michel Houellebecq, moet oplossen. Hij schetst hem als een vriendelijke negentiende-eeuwse bromsnor, kind van gescheiden ouders, vertelt als consulteerde hij wikipedia wat de taken zijn van een commissaris en wat zijn salaris is (€ 2898). Jasselin is getrouwd, bekijkt met tevredenheid zijn ‘vieux couple’, een ‘vredig nest’ ver weg van de geluiden van de wereld, ver weg van de barbaarsheid en het geweld waarin hij overdag leeft’. Jasselin heeft een hond, geen kinderen en betreurt dat allesbehalve. Hij doceert dat iedere politieagent op iedere dag van een onderzoek toch tenminste één aantekening moet maken in een notitieblokje ‘zelfs als het feit dat u noteert u volstrekt onbelangrijk toeschijnt’. En natuurlijk zou het onderzoek die volstrekte onbelangrijkheid ervan bevestigen, maar ‘je moet nu eenmaal een minimale intellectuele activiteit behouden’. ‘Een volstrekt inactieve politieagent raakt zijn motivatie kwijt’. De ironie druipt ervan af.

De politieke elite heeft gefaald, concludeert Houellebecq in zijn stuk, ‘de enige oplossing die ons rest is langzaam naar de enige echte vorm van democratie te gaan, de directe democratie’. Waar de huidige democratie volgens hem toe leidt, schetste hij in Soumission. Waar zijn eigen aanbeveling toe leidt, heeft Houellebecq vooralsnog in zijn verbeelding niet uitgewerkt.