Algerijnse literatuur langzaam uit het dal

 ‘Waarom ga je als Algerijnse auteur steeds weer door die beproeving van het schrijven?’, vroegt Maïssa Bey zich af tijdens de ronde tafel die deze week plaats vond in het Allard Pierson Museum. ‘Vanwege de band met de ander, met je lezer, met jezelf’, gaf ze zelf ten antwoord.  Ze begon laat te schrijven, vertelt ze. Van jongs af aan had ze een passie voor lezen, ze trouwde, kreeg vier kinderen, had een gewoon sociaal leven, niets bijzonders. Tot ‘de chaos’ in de jaren ’90 bezit nam van het land. Toen nam ze zelf de pen ter hand. Niet voor een politiek pamflet, voor een stuk in de krant. Ze schreef een liefdesroman, Au commencement était la mer, in 1996 uitgegeven bij de Franse uitgeverij Marsa. Ze woont  in Sidi-Bel-Abbès, in het westen van Algerije, schrijft romans, toneel en korte verhalen en runt er een cultureel centrum en een vereniging voor de vrouw. ‘Na de verleiding van de stilte, de verleiding van de waanzin, komt de verleiding van de haat voor de ander’. Het is het thema van haar recentste boek, Puisque ma coeur est mort (Ed. de l’Aube).

Die verleiding van de stilte roept herkenning op bij de andere aanwezige Algerijnse schrijvers. Mourad Djebel (43), ook in de jaren ’90 naar Frankrijk gevlucht, schrijft in Les cinq et une nuits de Shahrazède (Ed. La Différence, 2005) over de chaos, de woede en de wanhoop. ‘Verscheurdheid, breuken liggen ten oorsprong aan het scheppingsproces’, zegt hij’, maar ‘ik vraag me af of de literatuur wel ergens toe dient, wat is het nut?’ Zelf ‘heeft de literatuur hem gered, hem in leven gehouden’, maar verder?
Toch komt de Algerijnse literatuur, en met haar de schrijvers, langzaam uit het dal naar boven. Werden in de gewelddadige jaren ’90 alle culturele instellingen gesloten, alle uitgeverijen verboden en vele intellectuelen vermoord, sinds het begin van de 21e eeuw groeit het aantal weer gestaag. De meeste Algerijnse kunstenaars zochten een goed heenkomen in Frankrijk, een ander bleef in Nederland, zoals Mehdi Acherchour, wiens boek Moineau onlangs voor de prix Femina werd genomineerd.
Op een bevolking van 36 miljoen Algerijnen, schrijven de aanwezige Algerijnse auteurs voor niet meer dan 4 à 6000 lezers, verzuchten ze. Toch is er een groeiende belangstelling voor recente geschiedenis, voor getuigenissen van de recentste gebeurtenissen, vertelt advocate en historica Fatima Bakhaï. Een van de uitgevers die daarbij een belangrijke rol heeft gespeeld is uitgeverij Barzakh, opgericht door Sofiane Hadjadj en Selma Hellal. Zij krijgen voor hun werk in december de Prins Claus prijs uitgereikt. http://www.princeclausfund.org/press/documents/PersberichtLaureatenPrinsClausPrijzen2010bekend06092010.pdf