Berichten

Melancholie uit Bosnië – Semezdin Mehmedinović

Sarajevo – een van die steden met een mythische naam. Een klank die meteen doet denken aan de oorlog waarbij Joegoslavië uiteen viel, aan het beleg dat vier jaar lang, van 1992 tot 1996, de inwoners teisterde. Wie herinnert zich niet de Bosnisch Servische sluipschutters, de blokkades op de afgesloten wegen, de ook nu weer al te actuele beelden van een binnenstad onder vuur. Wie denkt niet aan beroemdheden als Susan Sontag en Bernard Henri Lévy, die ernaar toe gingen om kunst in te zetten als onderdeel van een overlevingsstrategie?
Velen vertrokken, sommigen bleven – ze weigerden zich te laten verdrijven uit de stad waar ze geboren en getogen waren. Ze trotseerden het geweld, de honger en de kou, het voortdurende spervuur van schoten vanaf de heuvels, het verdriet om de duizenden doden die er vielen. Srebrenica als nationaal en internationaal trauma. Sommigen vertrokken na de oorlog alsnog. Moe, wanhopig, met een trauma van wat ze hadden meegemaakt. Ze vulden een koffer met wat boeken en kleren, namen de auto of het vliegtuig, op zoek naar stilte en rust, balsem voor hun getraumatiseerde ziel.
Een van hen ontmoet ik als ik op uitnodiging het Bookstan festival in Sarajevo bezoek voor een interview met de Franse schrijver Mathias Enard, groot kenner van de culturele relaties tussen oost en west. Semezdin Mehmedinović is onderdeel van het kloppend hart van het festival, dat op de binnenplaats van de beroemde boekhandel Buybook plaatsvindt. Het is een zestiger, groot, slank en grijs, sympathiek en met een onvergetelijke melancholieke blik. Schrijver en dichter is hij, mede-oprichter tijdschriften vóór de oorlog, journalist bij Reuters later, in de VS. Beroemd werd hij met Sarajevo Blues (1998), dat ook in het Nederlands verscheen. Onlangs is een van zijn boeken in het Frans vertaald en uitstekend ontvangen, Le jour où j’aurais dû mourir heet het, De dag waarop ik had moeten sterven. Zijn Franse uitgeefster publiceerde in haar gloednieuwe uitgeverij onlangs haar eerste titel, Les choses que nous avons vues van Hanna Bervoets. Daarna stuurde ze me vol trots haar volgende titels toe. Daaronder  deze roman van Semezdin Mehmedinović. Ik las een paar pagina’s, werd verleid door de mooie uitgave, de fijne tekeningen, het pakkende begin.
Na terugkeer uit Sarajevo, vol indrukken en bijzondere ontmoetingen, las ik verder. Een tapijt van herinneringen is het – fijngeweven, prachtig geobserveerd en verwoord, steeds verbonden met literatuur, films, foto’s, muziek. Een man vertrekt na de oorlog vanuit Sarajevo naar de VS, samen met zijn gezin. Hij vindt werk, een huis, probeert zich te settelen, voelt zich een buitenstaander. Hij merkt dat wie een vreemde taal spreekt in de loop der jaren steeds minder welkom is.
Het boek is ingenieus gecomponeerd, begint op ‘de ochtend dat hij had moeten sterven’ aan een hartinfarct, vervolgt met een trip down memory lane, in het gezelschap van zijn inmiddels volwassen zoon, fotograaf en filmer. Samen halen ze nachten door, in stilte, in Death Valley, VS, terwijl de camera draait en de zwarte hemel filmt, waarin dingen zichtbaar worden die met het blote oog niet waar te nemen zijn. Een problematische en o zo hechte relatie hebben vader en zoon. Beiden eenzaam, beiden kunstenaar.
Mehmedinović verstaat de kunst om zware thema’s – exil, oorlog, trauma – poëtisch en licht te verwoorden, in anekdotes, in een universeel, persoonlijk verhaal dat uit vele kleinere bestaat. Zo verpakt hij zijn existentiële twijfel en zijn grote melancholie in prachtige literatuur. Een auteur om met gezwinde spoed in het Nederlands te vertalen.