Sofiane Hadjadj: ,,Het kookt in de Algerijnse literatuur"
Stomverbaasd was de Algerijnse uitgever Sofiane Hadjadj toen hij gebeld werd met het bericht dat zijn uitgeverij de grote Prins Claus Prijs 2010 was toegekend. Niet zozeer vanwege het feit dat hij en zijn vrouw de prijs kregen of vanwege het grote geldbedrag dat eraan verbonden is, maar omdat de toekenning uit Nederland kwam. ,,Europa is de laatste jaren meer naar binnen gekeerd, Nederland is daarop geen uitzondering en een open blik op de wereld heeft momenteel duidelijk geen prioriteit”, zegt de laureaat in een besneeuwd Parijs, op een tussenlanding van Algiers naar Tanger. ,,Waar staat dat fonds politiek gezien?”, vraagt hij meteen, ,,er heeft toch onlangs een politieke aardverschuiving plaatsgevonden in Nederland? Staat deze stichting bij veel Nederlanders niet in een kwaad daglicht? Algerije is wel heel ver van jullie bed.”
Een paar dagen geleden vierden Sofiane Hadjadj (1970) en zijn vrouw Selma Hellal (1973) in Algiers de tiende verjaardag van hun uitgeverij Barzakh. Ze publiceerden ter gelegenheid daarvan Alger, quand la ville dort…, een mooie uitgave van korte verhalen en foto’s van acht jonge Franstalige Algerijnen. Hun fonds bestaat inmiddels uit 120 romans, biografiën en essays. Dat mag een wonder heten in een land dat aan het begin van de een-en-twintigste eeuw uit een gewelddadige burgeroorlog kwam, een land waarin duizenden intellectuelen door terroristen werden vermoord dan wel zelf het land ontvluchtten, een land vol geweld, angst en repressie, cultureel een ruïne.
Desondanks begonnen Hadjadj en zijn vrouw in 2000 een uitgeverij van literatuur die zich richtte op het intieme, op de persoonlijke ervaringen van het individu. Hadjadj: ,,Het was een reactie op de jaren negentig, de tijd van terrorisme en geweld. In die oorlog bestonden we alleen in relatie tot de geschiedenis. Wij wilden laten zien dat de geschiedenis van mensen ook die van hun innerlijk is, zeker in een land waarin het individu altijd recht tegenover de gemeenschap staat. Algerije draait om de familie, de stam, het dorp, terwijl het individu maar nauwelijks ruimte krijgt. We wilden auteurs uitgeven die de individualiteit onderstreepten.”
Een moedig uitgangspunt in een repressieve, autoritaire maatschappij waar militairen en islamisten het voor het zeggen hebben. ,,Mensen kunnen zich niet uiten, alles is enorm ingewikkeld. Je wordt altijd gegijzeld door twee typen discours, de een politiek en unilateraal, de ander religieus. Literatuur is in staat daar tussenin te staan, literatuur wordt niet gedwongen positie te kiezen, zij kan complexiteit weergeven. Literatuur, of het nu thrillers of romans zijn, kan de wereld van jongeren, van vrouwen laten zien, de sociale malaise, drugs, seksualiteit, alles wat in het dagelijkse politieke en religieuze discours geen plaats krijgt”.
Studenten van de Universiteit van Amsterdam waren geschokt toen de Algerijnse auteur Boualem Sansal een paar weken geleden vertelde dat een jongen die tijdens de ramadan een sigaret had gerookt in de gevangenis was beland. Hadjadj: ,,Algerije is een heel conservatieve maatschappij, politiek gezien is er de wil zich open te stellen, maar tegelijkertijd is de staat autoritair, te vergelijken met een land als Rusland. De staat wil alle controle behouden en zoekt daarom een bondgenoot in de islamisten, in de religie. De seksuele malaise van de jongeren is enorm. Ze hebben geen plekken om elkaar te ontmoeten, alles wat de liefde aangaat is uitermate moeizaam”.
Is in uw land de keuze om een roman te publiceren niet altijd een politieke keuze?
Jazeker, maar door middel van literatuur kun je aangeven dat de maatschappij waarin we leven ambigu en complex is. In literatuur word je niet gedwongen positie te kiezen. In het dagelijks leven kun je niet genuanceerd zijn, in literatuur wel. Ik geef bijvoorbeeld werk van een journalist van een grote krant uit. In zijn romans zegt hij heel iets anders dan in zijn artikelen. Zijn romanpersonages zijn bijvoorbeeld mensen die in het dagelijks leven extremisten zouden zijn of in de gevangenis zouden belanden.
Wordt uw beslissing om iemand al dan niet uit te geven beïnvloed door zijn politieke overtuiging? Iemand als Rachid Boudjera bijvoorbeeld, die ooit door het regime werd opgejaagd, heeft een opmerkelijk politiek traject.
Boudjera was een van de allereerste auteurs die we uitgaven, ik heb hem toegesproken bij ons tienjarig bestaan. Hij blijft bij ons ook al kan hij elders grotere voorschotten krijgen. Politiek gezien ben ik het niet altijd met hem eens. Soms staat hij aan de kant van het regime, soms niet, hij is heel gecompliceerd. Maar je kunt van een schrijver houden en zijn politiek engagement verafschuwen. Nee, een radicale islamist zou ik niet uitgeven. Anderzijds, als ik morgen een slecht manuscript krijg van een hyperdemocraat wijs ik het ook af.
Uitgever zijn in een land van 35 miljoen Algerijnen met 30 boekhandels is wat je noemt een uitdaging. Barzakh is de enige echt literaire uitgeverij in Algerije. De andere, zoals de veel grotere uitgeverij Chihab, draaien vooral op de verkoop van schoolboeken. Tweederde van Barzakhs uitgaven is in het Frans, eenderde in het Arabisch. Tachtig procent van de uitgaven verkoopt goed. Van in het Frans schrijvende Algerijnen, zoals Maïssa Bey, verschijnt de Arabische vertaling bij Barzakh. De uitgeverij heeft partnerschappen in Frankrijk (Actes Sud), maar ook met collega’s in Tunesië, Libanon en Egypte.
Paradoxaal genoeg lezen de meeste Algerijnen Arabisch, sinds het de taal van het onderwijs werd. Hadjadj: ,,De jongeren zijn veel meer gericht op non-fictie, het universitaire en het religieuze boek. Het zijn de Franstaligen, die hebben leren lezen in de jaren 60 en 70, toen het nog vrede was, die literatuur lezen. Daarom zoeken we zelf de jongeren op. Onze auteurs gaan naar universiteiten, naar cybercafés, naar boekenbeurzen. Daar zien we dat jongeren snakken naar literatuur.”
Bloeit de Algerijnse literatuur van nu?
Het kookt in de Algerijnse literatuur. Je kunt echt spreken van een razernij, een woedende drang tot spreken en schrijven. Mensen waren jaren opgesloten, mochten ’s avonds de straat niet op, terroristen vermoordden iedereen. Dit is de reactie daarop. Vrouwen beginnen te schrijven, jongeren beginnen te schrijven, de oorlog was de motor van creativiteit die zich nu in alle heftigheid uit, ook in de stijl. Kijk naar Boualem Sansal, Anouar Benmalek, Maïssa Bey, Malika Mokeddem of Yasmina Khadra, en dat zijn dan alleen de bekendsten, die ook vertaald worden.
Momenteel kiest de Algerijnse lezer vooral voor historisch werk waarin de recente geschiedenis wordt belicht. Hadjadj twijfelt er niet aan of het thema van het terrorisme zal over een paar jaar in de literatuur opduiken, net als dat van seksualiteit.
Belangstelling voor de Algerijnse literatuur elders is er nauwelijks. Dat is het lot van de Arabische en Afrikaanse literatuur. ,,11 september heeft voor een kleine opleving gezorgd, maar daar is nu niets meer van over. Er zijn dertig Arabische landen, ieder met hun eigen geschiedenis, met hun eigen islam en niemand die er enige belangstelling voor aan de dag legt. Wat er vertaald wordt is verwaarloosbaar.” Over Europa maakt Hadjadj zich zorgen. ,,Dat terugvallen op de eigen identiteit is een teken van malaise. Als je je voortdurend afvraagt wie je bent, betekent dat dat er een probleem is. Ik heb in Frankrijk gestudeerd, toen had ik geen visum nodig. Nu is het zelfs heel moeilijk er een te krijgen. Het grappige is dat Westerse landen ons, Arabische, Afrikaanse landen, zo lang hebben aangespoord ons ‘benepen nationalisme’, ons ‘religieuze nationalisme’ overboord te zetten en ons open te stellen voor de wereld. En kijk nu eens naar Europa, naar landen als Zwitserland en Frankrijk. Voilà.