Leestip: Boris Cyrulnik – over de veerkracht van de mens

Onlangs interviewde ik in Maison Descartes in Amsterdam de Franse neuropsychiater Boris Cyrulnik. Hij is ‘in Frankrijk wereldberoemd’ en ook het pand aan de Vijzelgracht barstte uit zijn voegen. Cyrulnik bleek een zeer aimabele man, met een mooie flux de bouche en, vooral, een indrukwekkend persoonlijk en professioneel verhaal.

(foto: Boris Cyrulnik met Danielle Bourgois, verantwoordelijk voor het literaire programma van het Institut Français)


In zijn boek zoekt hij naar de zin van wat hem als kleine jongen gebeurde en naar de logica in zijn parcours. Op 10 januari 1944 werd hij als zesjarig joods jongetje van zijn bed gelicht en in een synagoge opgesloten. Hij wist aan de rit naar het vernietigingskamp te ontkomen door hoog in de balken te klimmen. Hij werd over het hoofd gezien. De jaren daarna werd hij van hot naar her gesleept, steeds naar een andere schuilplaats. Hij werd uitgescholden, geholpen, verborgen, er werd om hem gevochten en hij werd bedreigd. Hoe leidde dit trauma van een zesjarige tot het leven van de wetenschapper die hij is geworden? Dat parcours volg je als lezer. Het is adembenemend.
Zijn boek is geen autobiografie. Het is een studie van de vraag hoe je een trauma overleeft en een studie van de werking van het geheugen. Waarom herinnert hij zich sommige dingen heel helder? En waarom blijken juist die dingen dan later niet waar te zijn? Hoe komt het dat sommige perioden in zijn leven helemaal ‘blank’ en ‘leeg’ zijn? Hoe werkt het menselijk geheugen eigenlijk bij traumatische ervaringen? En welke rol speelt de kunst daarbij? Wat vermag het schrijven, wat is de rol van verbeelding, van fictie?
In zijn eigen leven waren er ijkpunten die steeds een nieuwe afslag voor hem betekenden: films, het dagboek van Anne Frank, het proces Eichmann. Het proces Papon.



Cyrulnik is een specialist in ‘la résilience’, in de veerkracht van de mens. Zijn werk is wereldwijd vertaald, hij doceert in de VS en elders. Wanneer overleeft een mens een jeugdtrauma? Ook dat lees je in zijn boek. Een paar voorwaarden: er moet een liefhebbende menselijke relatie zijn, die je binnen boord houdt. Dat hoeven niet noodzakelijkerwijs je ouders te zijn. Je moet over het gebeurde kunnen spreken. Ook legt Cyrulnik uit waarom mensen die een trauma beleefden zo vaak gesloten zijn als een oester, als het om hun ervaringen gaat. Vaak is het de omgeving, de cultuur, die het hen verhindert. Zelf zweeg hij veertig jaar.
De kunst, het schrijven – het zijn middelen om het trauma te verwerken. Cyrulnik legt ons uit waarom. Hij is niet de enige psychiater die dit via zijn boeken aantoont. De Franse schrijfster Lydie Salvayre, zijn onlangs overleden vakgenote en schrijfster Jacqueline Harpmann en vooral Henry Bauchau, de Belgische psycholoog die vorig jaar overleed, gingen Cyrulnik voor. Zij combineerden hun praktijk van psychiater met een literair oeuvre, waarin vaak de verhalen en wanen van hun cliënten een plek kregen. Niet verwonderlijk refereert Cyrulnik, soms onbewust, aan Proust, die andere immense specialist van de werking van het geheugen.
Cyrulnik heeft, aan het eind van de rit, zijn haatgevoelens overwonnen. Wie haat blijft de gevangene van zijn verleden. Om daaruit te komen, kun je beter willen begrijpen dan vergeven.
Boris Cyrulnik. Het leven roept je. Vertaald door Mechtild Claessens. Arbeiderspers.