Jan Hanlo Essay Prijs voor Marja Pruis
Dit is het juryrapport van de Jan Hanlo Essay Prijs Groot en Klein:
Het mag dan crisis zijn – het essay bloeit. De cultuur staat onder druk en het denken in economische termen heeft de overhand. Valorisatie, maatschappelijk nut, economisch gewin – dat zijn de sleutelwoorden van vandaag. De essayist stelt vragen, reflecteert op de actualiteit, gaat op zoek naar de achterkant van het weefsel, de keerzijde van de medaille. De essayist is nieuwsgierig, onderzoekend, wenst zich niet zomaar aan te sluiten bij het gangbare en doet persoonlijk verslag van zijn of haar zoektocht. De lezer denkt mee, laaft zich, vormt zich een idee, komt tot een eigen inzicht. Zo beantwoordt het essay aan het verlangen naar inhoud, verwondering en fascinatie die onze tijd óók kenmerkt. Onze focus op economie, materiële welvaart en het individu leidt tegelijkertijd tot een grotere behoefte aan inspiratie, ernst, verbazing, inzicht, verdieping, schoonheid, debat en zelfontplooiing. Uitgevers herkennen die vraag en aarzelen niet het over het algemeen als moeilijk te boek staande genre van het essay volop te blijven uitgeven.
Voor de Jan Hanloprijs groot las de jury dit jaar 114 boeken, waarbij de variëteit van de inzendingen enorm was: beschouwende reisverhalen, stevige filosofie, zoektochten naar identiteit, analyses van de menselijke emotie, ooggetuigeverslagen, bewerkte proefschriften, omgewerkte journalistiek, zelfhulpboeken, gebundelde columns – het zat er allemaal bij.
Een deel van de inzendingen vond de jury van uitzonderlijk hoge kwaliteit. Zij had dan ook een relatief groot aantal stevige vergaderingen nodig, waarbij zij uit de rijke oogst eerst een longlist van 16 titels selecteerde. Daarna volgde een shortlist die zij niet tot de gebruikelijke 3 genomineerden kon beperken, het werden er 5. Tot onze spijt moesten er bijzondere boeken afvallen, zoals de puntige analyse van onze eeuwige haast in Neem de tijd van Koen Haegens; de brug die Joris Note slaat tussen literatuur en politiek in Wonderlijke wapens; het mooi geschreven én uitgegeven Grote landschapsboek van Willem van Toorn; en de eigenzinnige ode aan het zelfstandig denken in Denken op de plaats rust van Henk van der Waal;
Een eigen stem – dat was een van de criteria van de jury. Die persoonlijke stem mocht tegelijkertijd niet ontsporen en het onderwerp overwoekeren. De jury waardeerde de grote greep meer dan de beschouwing op de vierkante centimeter en de poging voor een groot publiek te schrijven meer dan de focus op een klein, al voor de zaak gewonnen, specialistisch lezerspubliek. Was er sprake van een boek met een wetenschappelijk karakter, dan ging de waardering van de jury uit naar het werk waarbij meer op het spel stond dan louter de popularisering van een vakgebied. Ook gaf de jury in principe de voorkeur aan een boek met een eenheid, boven een bundel van naast elkaar staande artikelen gegroepeerd rond hetzelfde thema. Tot slot heeft de jury in het bijzonder gekeken naar essays met een actuele politiek-maatschappelijke lading, waarbij de auteur het risico nam een origineel pad van denken te bewandelen.
Uiteindelijk heeft de jury 5 uitstekende boeken genomineerd – in veel opzichten ongelijksoortig, doch tegelijkertijd elk exceptioneel.
In Hamburgers in het paradijs, een geschiedenis van ons voedsel met allerhande vraagstukken daaromheen, is Louise O. Fresco erin geslaagd haar enorme vakinhoudelijke kennis te verbinden met brede historische en culturele elementen, die voor een groot publiek boeiend en informatief zijn. Bovendien aarzelt ze niet naar eigen relevante ervaringen te verwijzen en haar betoog daarmee persoonlijker te maken. Haar boek verschaft de lezer een weelde aan nuchter, wetenschappelijk inzicht – over een emotioneel beladen onderwerp dat vaak voorpaginanieuws is – zonder op enig moment te vervallen in een sec encyclopedische toon. Fresco gaat voor de grote greep, het omvattende panorama en zet haar kwaliteiten van fictie-auteur, die zij ook is, in om haar lezer mee te voeren door de wereld van voedsel, landbouw en de toekomst van de aarde.
Ook Joep Leerssen heeft in het academische veld zijn lauweren verdiend. Toch is ook hij er in Spiegelpaleis Europa. Europese cultuur als mythe en beeldvorming in geslaagd de academische toon te verlaten en ieder van ons te verleiden zijn Europese culturele paleis te betreden. Erudiet en verhalend verbindt deze specialist van imagovorming subjectief en op sprankelende wijze Europese literatuur, muziek en film, in heden en verleden. Speels en verhalend verkent hij het Europese cultuurhistorische labyrint, licht er bekende én onbekende literaire en culturele thema’s uit en brengt zijn kennis op exceptioneel enthousiasmerende wijze over op de lezer.
De innerlijke bibliotheek die Marja Pruis voor haar lezers openstelt in Kus me, straf me biedt ons een intellectueel-avontuurlijke tocht door een persoonlijk labyrint van ‘lezen en schrijven, liefde en verraad’, zoals de ondertitel luidt. In haar boek bespeelt Pruis virtuoos verschillende literaire registers. Ze is poëtisch, uitermate geestig, nu weer beschouwend, dan aarzelend, reflecteert nu eens via fictie of met journalistieke inslag, maar altijd op een lichte, persoonlijke, direct aansprekende toon. Met verve rekt ze de grenzen van het genre van het essay tot het uiterste op. Ook de lezer voor wie haar onderwerpen strikt onbekend terrein zijn, verleidt ze dankzij haar verademend toegankelijke stijl. Ze schrijft intiem zonder opdringerig te worden, buigt zich over hedendaagse clichés, portretteert genuanceerd, op haar eigen tastende wijze grote vrouwelijke auteurs, waarbij ze een intuïtieve intelligentie etaleert die op haar lezer uitermate aanstekelijk werkt.
Van alle genomineerde boeken is dat van Willem Schinkel ongetwijfeld het onstuimigst. In zijn boek De nieuwe democratie verwoordt hij bevlogen zijn fundamentele kritiek op het huidige democratische bestel. Hij ontmantelt clichés van links en rechts, pleit voor een nieuwe politisering en tracht het debat over democratische vernieuwing een nieuwe impuls te geven. Zijn felle toon, innovatieve taalgebruik en wetenschappelijke kennis onderscheiden het boek van andere publicaties over politiek en democratie. Van de jury krijgt
Schinkel absolute lof voor de manier waarop hij risicovol en kritisch de wereld tegemoet treedt.
Schinkel absolute lof voor de manier waarop hij risicovol en kritisch de wereld tegemoet treedt.
Peter Venmans tot slot bewijst in zijn boek Het derde deel van de ziel. Over thymos, dat men uitgaand van een weinig bekend en in wezen onvertaalbaar begrip als thymos toch een uitstekende en verrassende analyse kan geven van elementen die onbewust de huidige samenleving kenmerken. Hoe actueel de oudheid is, bewijst Venmans daarmee op overtuigende wijze. Met enthousiaste eruditie neemt hij zijn lezer aan de hand van grote filosofen en fictieschrijvers mee in zijn verkenning van het menselijk handelen door de eeuwen heen, van meritocratie, heldendom en een lastig te duiden begrip als ‘de ziel’.
Zie hier de vijf nominaties voor de Jan Hanlo-essayprijs 2013. Vijf boeken die informeren, inspireren, wijzer maken, reflecteren en in dialoog gaan. Vijf gedreven auteurs met passie voor hun onderwerp, die op wat voor wijze dan ook een brug slaan naar het hier en nu. Vijf maal een eigen invalshoek, vijf maal een persoonlijke visie. Vijf maal boeken die je na een keer lezen niet ‘uit’ hebt.
Toch heeft de jury een keuze moeten maken voor één winnaar die naar huis gaat met het grootste eerbetoon, de trofee en het geldbedrag van € 7000. De Jan Hanlo essayprijs 2013 gaat naar een essay waarin de auteur getuigt van een enorme liefde voor en inzicht in de literatuur en niet schroomt zichzelf daarbij risicovol in te zetten, naar een essay dat humor en nuance en combineert met zelfonderzoek en literaire passie. De winnaar van Jan Hanlo essayprijs 2013 is Marja Pruis en haar boek Kus me, straf me.
Zoals gebruikelijk kreeg de jury de inzendingen voor de Jan Hanloprijs Klein zonder dat daarbij de naam van de auteur was vermeld. Het ging dit jaar om maar liefst .. inzendingen. Zij mochten maximaal 2500 woorden tellen en moesten geschreven zijn naar aanleiding van een thema dat ook dit jaar was ontleend aan het werk van Jan Hanlo: ‘Mijn benul. Benul is het eerste besef van expressie. Het is eerlijk.’ (Uit: Mijn benul).
Een aanzienlijk deel van de inzendingen bleek geen enkel verband te hebben met het thema en viel daarmee af. Voor degenen die zich hadden ingespannen om te reflecteren op de gekozen zinsnede, bleek de taak vaak knap lastig. De jury kwam tot een shortlist van drie; twee daarvan interpreteerden het begrip ‘benul’ als een eerste besef van menselijke sterfelijkheid. De derde, Ruth Lasters, onderzoekt in Alice’s valsnelheid, op heel persoonlijke wijze in hoeverre wij nog in staat zijn tot oorspronkelijke gedachten, tot ‘benul door zelfexpressie’, in een wereld die door de media wordt geregeerd. Daan Stoffelsen analyseert in zijn essay Waarschuwingen, ravijnen en ziekenhuisgebouwen hoe schrijvers van literair werk omgaan met ‘het dodelijke ongeluk’ in de literatuur. Hoe wordt die levensecht, waar zit de identificatie, welke ‘listen’, welke technieken staat de schrijver ter beschikking? Ook het essay van schrijversduo Jan Truijens Martinez en Anouk van Kampen, Alles wat al gezegd is, opent met een ongeluk en is tevens het vertrekpunt van een reflectie over sterfelijkheid. Hoe geeft dit ‘benul’ vorm aan ons leven, welke keuzes maakt een mens? Maar ook: wat vermag de creativiteit?
De jury kent de Jan Hanloprijs Klein toe aan het essay dat een eigen stijl en toon combineert met een originele benadering van een literair thema. Een tekst die de overkoepelende kracht van de essayistiek laat zien en verbanden weet te leggen tussen zeer uiteenlopende literaire werken. De Jan Hanloprijs Klein, bestaande uit € 1500 en de bijbehorende onderscheiding gaat naar Daan Stoffelsen voor zijn essay Waarschuwingen, ravijnen en ziekenhuisgebouwen.
De jury van de Jan Hanlo Essayprijs 2013:
Geert Buelens, Margot Dijkgraaf (voorzitter), Xandra Schutte en Arjen van Veelen