Haltestelle Berlin
Op uitnodiging van het Goethe Instituut, verblijf ik twee weken in Berlijn. Iedere ochtend neem ik de U-Bahn van Pankow naar de Weinmeisterstrasse, overstappen op Alexanderplatz. Iedere dag denk ik een paar keer aan Alfred Döblin en zijn roman Berlin Alexanderplatz.
Van het omroepen van de haltes hebben ze hier iets bijzonders gemaakt. Wie uit een bepaalde buurt komt kan zich bij het Berlijnse vervoersbedrijf opgeven om het omroepbericht van zijn of haar straat in te spreken. ‘Hallo! Hier ist Belinda uit Pankow’, schalt dan vrolijk een jonge meisjesstem door het rijtuig, ‘nächtste Haltestelle Rosa Luxemburger Platz’. Of een doorrookte stem verkondigt ‘Hallo! Hier ist Robert aus Senefeld. Nächste Haltestelle Eberswalderstrasse’, waarna hij ook nog een westernliedje inzet en ons een avontuurlijke dag toewenst.
Het is weer eens wat anders. Stel het GVB roept de Amsterdammers op een tekst in te spreken met een cultureel feit over de buurt van de halte. Wat zou je dan krijgen? ‘Ha, hier is is Peter, volgende halte: Leidseplein. Hier werd op 3 januari 1638 voor het eerst de Gijsbrecht van Vondel opgevoerd.’ Of: ‘Hallo, hier is Marijke, volgende halte Albert Cuijp. Hier om de hoek, in de Gerard Doustraat, werd in 1951 André Hazes geboren’. Of ‘Hallo, ik ben Duane. Volgende halte: Waterlooplein. Om de hoek het stadhuis, dat Anna Enquist voor twee jaar tot stadsdichter benoemde’.
Het GVB kan reageren op de oproep van de staatssecretaris om ideeën te leveren voor de onderwijsagenda 2032. En de reiziger steekt er nog wat van op ook.