George Sand en Frédéric Chopin: ziek op Majorca

In het najaar van 1838 gingen George Sand en Frédéric Chopin op reis, naar Majorca. In Un hiver à Majorque schrijft Sand over die maanden. Ze geeft er de vorm aan van een roman, een reisgids, een persoonlijk reisverslag en een gedeeltelijke autobiografie. ‘Wie niet opgeslurpt wordt door werk of versuft door luiheid’, schrijft ze, ‘is niet in staat lang op dezelfde plaats te blijven zonder te lijden en zonder naar verandering te snakken.’ En ‘omdat we ons toch nergens echt goed voelen in deze tijden, is op reis gaan nog een van de aanlokkelijkste dingen’.

Maar na hun aankomst in Palma valt het allemaal nogal tegen. Het eiland is, tot afschuw van Sand, vergeven van de varkens, waar iedereen op het eiland van leeft. Er is geen huis te krijgen, en als ze een huis vinden is dat ongemeubileerd en wordt hen te verstaan gegeven dat ze die maar uit Frankrijk moeten laten komen. Levertijd een half jaar. Uiteindelijk vinden ze toch een onderkomen bij een baron die zelf net vertrekt. Voor Chopin wordt een vleugel aangevoerd. Maar dan gaat het stortregenen. Dagenlang. Wekenlang. De wind huilt om het huis. Het water stroomt langs de muren. Het huis wordt onbewoonbaar. Chopin wordt ziek, ze beginnen allebei te hoesten. ‘De muren waren zo dun dat de kalk op de muren ging opbollen als een spons. Het huis dat geen open haard had drukte op onze schouders als een jas van ijs, ik voelde me als verlamd. We konden maar niet wennen aan de verstikkende geur van de vuurkorven, en onze zieke bleef maar lijden en hoesten. Vanaf dat moment kreeg de bevolking een enorme afschuw van ons, ze werden bang. Ze waren ervan overtuigd dat we longtering hadden, wat voor die vooringenomen Spaanse artsen qua besmetting even erg is als de pest.’

‘Een rijke arts verwaardigde zich te komen, voor het bescheiden bedrag van 45 francs. Hij verklaarde dat er niets aan de hand was en schreef niets voor. Een andere dokter kwam, maar de apotheek van Palma was zo slecht voorzien dat we alleen maar rotzooi konden krijgen.’ Op een ochtend kregen we een brief van onze huisbaas: we hielden een besmet persoon in zijn huis, wat het leven van zijn familie in gevaar bracht. Hij verzocht ons zo snel mogelijk op te krassen.’

Hoewel het verblijf op Majorca zowel voor Chopin als voor Sand literair en muzikaal een enorm productieve tijd bleek, is het tussen Sand en de inwoners van Majorca nooit meer goed gekomen: ‘Ik zou tien delen nodig hebben om je een idee geven van de lafheid, de mauvaise foi, de domheid en de gemeenheid van dat stomme devote volk, schreef Sand later aan haar vriendin Charlotte Marliani. ‘Goed verhoede dat ik ooit nog een voet in dat land zet’.

Verder lezen: in het hoofdstuk over George Sand, in Zij namen het woord. Rebelse schrijfsters in de Franse letteren (Atlas Contact)